zaterdag 28 oktober 2017

Donderdag 26 oktober 2017.


Het gebeurt steeds meer: mensen worden honderd of meer. Voor mij was het gisteren zo ver. Op 26 oktober 1917 werd mijn vader geboren. Juist. Gisteren zou hij honderd geworden zijn. Ware het niet dat hij op 4 februari 1972 plotseling overleed. Dat lijkt al verschrikkelijk lang geleden. Er is tussen 1972 en 2017 erg veel gebeurd. Maar toch. Ze zeggen dat ‘het slijt’. Dat is zo, maar wennen doet het toch nog steeds niet. Ook niet na 45 jaar. Ik denk nog vaak aan hem terug en heb veel aan Papa te danken.
Ik heb mijn vader maar ruim twintig jaar mogen kennen. Had hem veel langer bij ons willen hebben. Toen ik als klein manneke in het ziekenhuis lag in Tilburg, fietste hij na zijn werk hard naar het station om ’s avonds toch bij mij op bezoek te kunnen komen, zijn werkkleding nog aan. Hij cijferde zichzelf weg als het om zijn vrouw en kinderen ging. José heeft mijn vader jammer genoeg nooit gekend; ik die van haar overigens ook niet. Op 6 juli 1970 stierf hij. Hij zou op 4 januari 2003 al honderd zijn geworden en de moeder van José op 5 september 2014. Geen van onze kinderen heeft ooit een opa gehad. Dat besef ik elk jaar op 4 februari en op 26 oktober en bij leuke dingen ook op andere dagen. Zoals bij sportwedstrijden als wereldkampioenschappen wielrennen en voetbal, zoals bij de promotie van NAC, waarin hij zelf een officiële wedstrijd in het eerste speelde. Oma’s hebben onze kinderen gelukkig wel gekend, al stierf Oma Mathijssen al op de tweede dag van januari in 1993. Elke was toen pas bijna een jaar...
Mijn moeder heeft mij veel over mijn vader verteld en ik herinner me hem zelf als een vrolijke en vooral hardwerkende man wie niets teveel was. Hij fietste met ons en mama langst stad en dorp. Wist altijd de weg zonder tomtom en las het weer. Niet zelden waren we juist op tijd thuis om een regenbui voor te zijn. Hij was een en al sport. Zat met mijn draagbare radio aan zijn oor naar ‘langs de lijn’ of andere sportprogramma’s te luisteren. Keek naar sport op televisie maar vergat mama en ons daarbij nooit. Ik ging met hem naar de thuiswedstrijden van NAC aan de Beatrixstraat. Je kom hem een groot plezier doen als het om sport ging. Zo kocht ik ooit toegangsbewijzen inclusief busreis voor ons tweeën naar het WK Wielrennen in Zolder-Terlaemen in 1969 waar Harm Ottenbros won door Juliën Stevens te kloppen. En in Heerlen-Terwinselen in 1967 waar Eddy Merckx Jan Janssen voorbleef.. Dan kon je hem zien genieten en de koers zien volgen. Maar we fietsten ook naar de rondjes rondom de kerk. Het Hart van Gilze, de Acht van Chaam, De Ronde van de Molen, en meer van dat soort koersen. Tot die fatale vrijdag 4 februari in 1972. ’s Morgens rond tien over zeven ging hij naar zijn werk op de fiets. Als het donker was, dan zwaaide hij met zijn brandende shagje boven de poort. Dat was het laatste dat ik van hem zag. Sinds het begin van deze eeuw hangt zijn schilderij in onze woonkamer. Gemaakt van een van de weinige foto’s die we van hem hebben. Ik kijk er vaak na. Misschien zijn papa, mama en mijn zussen Lieke en Marianne nu weer samen. Ik gun het ze. Ik ben blij met José, de (schoon)kinderen en de kleinkinderen. Ooit hoop ik hem nog eens te kunnen zeggen dat ik een fijne jeugd heb gehad. Aan Mama heb ik dat nog bij leven kunnen zeggen en dat geeft me nog altijd een prettig gevoel. Bedankt Papa. Gelukkig heb ik nog heel veel mooie herinneringen aan een fijne jeugd.
(Bron: familiearchief f.van son: Cor van Son 26101917/04021972).







zaterdag 21 oktober 2017

Vakantieweek !


Het was Herfstvakantie. Ik was het haast vergeten. Voor mij is het immers elke dag vakantie. Een drukke week en toch ben ik niet weg geweest. De auto staat nog steeds te wachten op de dure reparatie. Het geld groeit ons niet op de rug. Maar er was meer dan genoeg te doen. Zondag ging José met Tara een oude secretaire van mijn moeder ‘pimpen’. Maandag kwam Renée logeren want er moest een mascotte worden gemaakt voor het hockeyteam. En wie kan dat nou beter dan Oma José. Renée was nog maar net bij ons of Anouk stond op de stoep. Ze hebben heerlijk gespeeld. Volleerde poppenmoeders. Uiteraard mocht ook Anouk blijven eten. De boerenkool smaakte heerlijk. Ook was –een dag eerder- nog zelfgemaakte pizza gegeten. Mogen ze meer maken voor mij! Dankzij het goede weer konden Meike en Ronald met hun gezin naar de grote dierentuin in Emmen. Meike, Youri en Anouk togen ook een dagje naar het oertijdmuseum in Boxtel. Oma ging natuurlijk graag mee. Vooral voor Youri was het genieten, al was een plekje in de grote bek van een dino nu niet direct zijn favoriete ding. Wat hebben de kinderen heerlijk kunnen profiteren van het mooie vakantie-nazomerweer. Het was een drukke maar wel gezellige week. José maakte ook nog de kapotte jas voor Robyn. Dat had ze heel schattig via de mobiel aan oma gevraagd. Natuurlijk doet oma dat dan. Dan Cas niet te vergeten. Die heeft deze week in zijn zwembroekje heerlijk genoten van een weekje Gran Canaria. Samen met de andere opa en oma, tante en oom en neefje Loek en nichtje Suus. Foto’s om jaloers op te worden. Toen ze aankwamen was het aan het eind van de middag 37 graden. Gisteren kwamen ze weer uitgerust terug Papa Wouter, mama Elke en Cas. Zo nu kan iedereen er volgende week weer tegenaan, op weg naar de Kerstvakantie.
Je weet dat ik een paar vrijetijdsbestedingen heb. Mijn uitgebreide gezin om te beginnen, mijn familiegeschiedenis en daarnaast ook nog de politiek. Dat laatste is voor een deel overblijfsel uit het feit dat ik een kwart eeuw lang als communicatieadviseur werkte bij enkele gemeenten. Ik volgde de plaatselijke politiek en de daarbij behorende media; was woordvoerder naar de pers; gaf advies aan Burgemeester en wethouders over alle mogelijke zaken en verzorgde de wekelijkse gemeentepagina’s, folders en brochures over allerlei onderwerpen. Een heerlijke baan. Streven naar een samenleving, waarin iedereen meetelt, is als het ware in mijn karakter gebakken. Aan die politiek wil ik wat alinea’s besteden. Ik heb een bloedhekel aan politieke spelletjes. Degenen die mij kennen, weten dat. Als voorzitter van de lokale PvdA werkte ik mee aan de vorming van een nieuwe vooruitstrevende partij. Het heeft maandenlang overleg gevergd maar dan heb je ook wat. Alle PvdA- en GroenLinksleden zijn automatisch lid. Maar ook anderen zijn van harte welkom. Iedereen die het vooruitstrevende gedachtegoed in zich heeft, is welkom bij die nieuwe partij. De naam weten we pas op 31 oktober. Dan is de oprichtingsvergadering. Je hebt er al over kunnen lezen in BN de Stem, in de Langstraat en natuurlijk ook op de facebookpagina van de PvdA Geertruidenberg. Misschien sta ik bij de verkiezingen voor de gemeenteraad in maart volgend jaar wel als kandidaat op die lijst. In dat geval weet je op wie je stemmen kan......
(Bron: familiearchief f.van son: Herfstvakantie 2017; nieuwe partij).Vakantieweek.)









zaterdag 14 oktober 2017

Het zat niet mee....

Ik zeg het niet vaak, maar in de afgelopen week zat het niet mee. Alles komt dan tegelijk, zo lijkt het. Youri wordt met de ambulance thuis opgehaald en naar het ziekenhuis gebracht; Cas wordt ziek zo vlak voor de vakantieweek op Gran Canaria ter gelegenheid van de huwelijksverjaardag van de schoonouders van onze jongste. (Proficiat nog hoor Jos en Diny!) ; de auto geeft er de brui aan en dan is er nog de scootmobiel-soap. Allemaal niet dodelijk, maar voor mij voldoende reden om er gestrest van te raken. Ja zo ben ik nou eenmaal, al zou ik wel anders willen.
Na een nachtje ziekenhuis samen met mama knapte onze Youri gelukkig weer wat op, al kan je nog goed aan hem zien, dat hij echt een gezondheidsprobleem heeft gehad. Normaal is hij zo’n schoolvoorbeeld van ‘Hollands Welvaren, ‘nu was hij vaalgrijs en grauw van kleur en niet zo actief als anders. Cas op zijn beurt zag dan weliswaar niet zo vaal maar zijn waterige oogjes spraken boekdelen. Hij wilde woensdag het liefst bij oma zijn. Slofjes en pyamaatje aan. De autootjes die anders op de vensterbank in de keuken moeten, hoefden niet eens van stal te worden gehaald. Zonder aanwijsbare reden ging de anders zo levenslustige Cas klaaglijk huilen. Een bezoekje aan de dokter met het oog op zijn vakantie die gisteren begon, bracht uitkomst. Met de medicijnen knapte hij een beetje op, maar het bleef bij ’n beetje’. Zijn eerste vliegreis verliep goed. Zevenendertig graden was het gisteren tegen de avond op Gran Canaria. Je zou het voor minder doen.....
Gisteravond kreeg het manneke toch weer koorts. Vanochtend bleek dat hij slecht had geslapen op zijn dunne matrasje, maar hij was desondanks vrolijk. Hopelijk knapt hij snel op.
En dan onze auto. Op 19 september moest ik er de wegenwacht al bij halen. De accu was leeg. “misschien iets aan laten staan”. Woensdag was het weer raak. Ik kon met de sleutel mijn auto weer niet in. Weer de wegenwacht gebeld op donderdagochtend. Die mannen zijn er echt snel. Weer gekeken, accu doorgemeten. Bleek het toch de accu te zijn en dat terwijl bij de meting een halve maand geleden er niks aan de hand leek. “laadstroom defect”, zo gaf de boordcomputer aan. Om kort gte gaan: de nieuwe accu zit er in, al was de oude nog maar net twee jaar oud. Maar ja chemisch kan er ook wel eens iets fout gaan. Gisteravond konden we in elk geval naar onze oudste zoon en zijn vriendin in Utrecht. Gezellig. Heerlijke boerenkool gegeten, bijgepraat en vakantiefoto’s gekeken. Er leek geen vuiltje meer aan de lucht met de auto. Tommy en Nienke zijn ook weer aan het bijkomen van een ‘tropenvakantie’. Ben ik blij dat zij weer terug zijn uit Vietnam. Zeker toen ik gisteren las dat er vanwege noodweer tientallen doden waren gevallen deze week...
De scootmobiel-soap begon maandag. De cabrio moest gewisseld worden. Ik kreeg een lage veredelde keukenstoel terug met een motor die slechts een slakkengang produceerde. Ik kon met mijn lange benen niet tussen het stuur en te kleine zitting. Donderdag zouden ze terug komen met een andere. Wie er ook kwam; Medipoint niet. “Vrijdag bent u de eerste”. Om twaalf uur waren ze nog niet geweest. Zouden ze denken dat gebruikers van een scootmobiel thuis achter de geraniums zitten, dus dat zij kunnen komen wanneer het hen uitkomt? Ik wil er maar geen woorden meer over vuil maken.
Over Anne Faber en haar tragische dood is op sociale media al veel gezegd. Ik denk vooral nog aan de nabestaanden. Ik laat het voor de rest bij mijn ontevreden gevoel over het Nederlandse wets- en rechtssysteem in deze en dergelijke onverkwikkelijke affaires.
Er waren gelukkig ook nog leuke dingen te melden. Anouk en Robyn, die het op school goed naar haar zin heeft, hadden het als ‘leesmonsters’ prima naar hun zin met de kinderboekenweek. Het ging over ‘Eng’ geloof ik. Nou dat is niet aan dovemansoren gezegd tegen ons Anouk. Oh ja, maandag komt Renée. Zo zag ik in onze volle agenda. Er moet een mascotte worden gemaakt voor het hockeyteam. Nou dan is ze bij oma aan het juiste adres; dan kan ze meehelpen. Het is immers Herfstvakantie. Ik zou het haast vergeten.
(Bron: Familiearchief f.van son: zo maar een week 2017)







zaterdag 7 oktober 2017

Nóg steeds onbegrijpelijk....


In de afgelopen week bezochten José en ik Nationaal Museum Kamp Vught. We gingen er met leerlingen wel eens naar toe, toen ik nog geschiedenisles gaf. Maar gelet op mijn lopen met krukken, ging ik nooit mee. Ik zou hen alleen maar tot last zijn geweest. Nu wel samen met José.
Het lijkt een passend plekje van het museumgebouw naast de zwaarbewaakte , inrichting in de Vughtse bossen. Maar dat is maar schijn. Elke vergelijking gaat mank. De mensen die ooit gedwongen in Kamp Vught zaten, hadden niets misdaan. Die nu in Vughtse gevangenis zitten, duidelijk wel. De huidige gedetineerden daar krijgen zoveel bezoek en er werken zoveel mensen in de Penitentiaire instelling, dat bezoekers van het museum niet of nauwelijks een parkeerplaats kunnen vinden. Ik heb er zelf ook tien minuten stapvoets rondgereden. “Parkeer maar niet aan de kant van de weg, want dan heeft u onherroeplijk een bon te pakken”. Het was alsof de vriendelijke dame achter de museumbalie zich haast schuldig voelde. Er stonden ook 2 bussen, waarvan één Duitse. Ik weet al –sinds ik in Berlijn met José het indrukwekkende Holocaust museum bezocht-, dat de Duitsers beter met hun verleden omgaan dan dat wij dat doen.
Goed dat er Duitse schooljeugd was in het museum. Er is veel te zien in het museum dat in 2016 van de BankGiroloterij het predikaat  ‘Beste van Nederland’ kreeg. Veel uitleg bij de vele gebruiksvoorwerpen en ook ooggetuigeverhalen die op kleine beeldschermpjes door de betrokkenen zelf worden verteld. De kampkleding geeft me al een raar gevoel. Met stijgende ergernis vraag ik me nog steeds af, hoe mensen dit elkaar kunnen aandoen.
Dat gevoel wordt alleen maar groter als je de expositie buiten ziet. Onheilspellende betonpalen met prikkeldraad ertussen, water achter het prikkeldraad en wachttorens. Er is ook een barak nagebouwd met slaapzaal, compleet met bedden en de eetruimte met houten banken. Ingrijpender wordt het als je daarna het crematorium doorloopt. Een ontleedtafel, twee ovens en een mobiele oven. Ik moest weer denken aan concentratiekamp Gusen-Mauthausen in Oostenrijk, dat ik samen met een deel van mijn gezin bezocht tijdens een vakantie in Tsjechië. Daar stonden dezelfde ovens. En nog was het niet ten einde. Een monument met daarop honderden namen van vermoorde Joodse kinderen. 1 maand oud, las ik, 3 maanden, 4 jaar, 13 jaar. Wat moet je een ongelooflijke plank voor je kop hebben, als je kinderen sowieso van het leven kunt beroven, gewoon omdat ze Joods zijn. Je ziet ook de twee asputten, waarin de as van de vermoorde mensen in het kamp is verzameld en een aantallen stenen gedenkplaten met namen erop en grote zwarte teervlekken. Ik voel machteloosheid in me opkomen, als ik de uitleg lees. In 1995 heeft een aantal eencelligen de stenen besmeurd met teer. Hoe kom je op het idee. Het gedicht erbij vond ik zeer passend. Ja. Zo moet je die dingen bekijken!
Moet je nou naar zo’n soort museum gaan, met je vrouw of met kinderen? Ja. Zodat ze kunnen zien wat er gebeurd is en dát het gebeurd is. Wat mensen andere mensen aan kunnen doen. Voor mij zo’n krappe 10 jaar voordat ik geboren werd. Dat kan je je toch niet voorstellen.... De kop koffie na afloop deed ons goed. Ik wilde ook nog naar de fusiladeplaats lopen, maar dat haalde ik niet. Gewoon te ver het bos in over een pad die de ongelukkigen destijds ook moesten lopen. We zijn naar huis gegaan. Heerlijk is het dan, als de rest van de week wordt opgefleurd omdat ook Robyn een nachtje kwam,  Anouk, Cas en Youri nog langskwamen. Onwillekeurig hoop je dan, dat zij zulke dingen nooit moeten meemaken.  En ik ? Ik ben blij dat ik gegaan ben naar Vught. Hoe gek dat misschien ook klinkt.
(Bron: familiearchief f. Van son: nationaal museum kamp Vught 2017).