zaterdag 31 december 2016

Stokoude oliebollen en Dino’s ........

Vanavond is het weer zo ver. Dan luiden wij 2016 uit en verwelkomen we 2017. Je zou het gewoon kunnen laten gebeuren, maar –dol op feestjes als we zijn- maken we er weer een happening van met oliebollen en andere lekkernij en – bij een aantal- met vuurwerk én goede voornemens...
Vuurwerk was en is aan mij totaal niet besteed. Ik genoot vroeger als kind om twee redenen van vuurwerk op Koninginnedag. Ten eerste was het donker en we mochten dus lang opblijven en ten tweede was het een echt, voor duizenden kijkers achter hekken, veilig spektakel met kleuren in de lucht zo prachtig, dat ik erbij kon wegdromen. Maar al die onzinnige rotjes en strijkers die nu al dagen van tevoren in buurten en wijken worden afgestoken, ergeren mij slechts. Om nog maar niet te spreken van die levensgevaarlijke ‘halve granaten’, die als illegaal vuurwerk worden gekocht en afgestoken. Hoe achterlijk kan je dan zijn. Ze steken voor tientallen miljoenen van die rotzooi af. Wat hebben we het financieel toch slecht tegenwoordig...... Vuurwerk wordt al lang niet meer gebruikt om boze geesten te verjagen. Maar als jij het wil afsteken, veel plezier en kijk vooral uit.
Terug naar die andere, voor velen bij oud en nieuw passende lekkernij: de oliebol. Ik moet eerlijk bekennen,  dat ik niet wist dat die oliebol al zo oud is en typisch Nederlands. Historiek.net, nieuwsbrief van het Nationaal Historisch Museum, - ik heb er je al eens eerder op gewezen-, heeft er in week 52 een lezenswaard artikel aan besteed. Die oliebol blijkt al eeuwen oud. Zelfs Aelbert Cuyp (ja, die!) schilderde omstreeks 1652 al een kom met oliebollen, zo las ik in de nieuwsbrief. Het is ook een typisch Nederlandse lekkernij die in Amerika de naam ‘Dutch donuts’ heeft meegekregen.  Ook dat was nieuw voor mij.
Nederland bakte al eeuwen oliebollen, of beter gezegd oliekoeken. Niet dat ze anders smaakten, maar ze waren oorspronkelijk gewoon plat, zonder lucht en dus allerminst een bol. Dat kwam gewoon door de hoeveelheid olie waarin ze werden gebakken. Alles staat of valt met die hoeveelheid olie. Om mooie ronde bollen te krijgen, zo schrijft Historiek.net, is een diepe laag olie nodig om de bollen in om te kunnen draaien. In de ‘mengel’ (1,2 liter) olie die het recept uit De verstandige kock (1669) voorschreef, viel geen goede bol te bakken. Het achttiende-eeuwse kookboek ‘De volmaakte Hollandsche keukenmeid’ adviseerde de dubbele hoeveelheid olie, waardoor de koeken boller uit het vet kwamen. Bollen dus, maar nog altijd stonden ze bekend als oliekoeken. Het duurde tot het midden van de negentiende voor de term oliebol in woordenboeken verscheen. In Het Woordenboek der Nederlandsche taal van 1896 staat nog de gebruikelijke naam oliekoek.  Vanaf het begin van de vorige eeuw veranderde dat snel. Sindsdien kopen of bakken we zelf oliebollen. Nou ja...... Wij hebben het ook een paar keer geprobeerd. Maar bij ons was van echte bollen slechts zo nu en dan sprake. Ze hadden, tot grote hilariteit van onze kinderen,  meer weg van ‘oliefiguren’. Maar lekker waren ze wel. De een houdt van de naturel-oliebol, de ander heeft er graag wat krenten in en natuurlijk poedersuiker eroverheen. Oh ja. Samen met Anouk, Youri en Cas waren we afgelopen week in het Oertijdenmuseum in Boxtel. Een echte aanrader en dat zonder subsidie!
Ik zou het haast vergeten op de laatste dag van het jaar: Ik wens iedereen een fijne, gezellige en veilige jaarwisseling en voor 2017 vooral veel gezondheid en geluk. Want dat is in mijn ogen het meest belangrijke. Nog een tip nodig voor een goed voornemen? Neem ook een abonnement op de nieuwsbrief van Historiek.net van het Nationaal Historisch Museum. Daar steek je wat van op!
Met Anouk, Youri en Cas dino’s kijken in Boxtel).




zaterdag 24 december 2016

Een beetje meer....?

Op ons dressoir staat sinds het overlijden van mijn moeder een mooi kunstwerkje ‘man, vrouw en kind’ met als lunstmatige achtergrond een allerminst lieflijk kunstobject, vervaardigd door de Oisterwijkse kunstenaar Nicolas Müller-Jabusch. Het is gemaakt van verwrongen staal, afkomstig van een Duitse munitietrein die in de Tweede Wereldoorlog op het station van Oisterwijk door de geallieerden werd gebombardeerd. De ‘Grote broer’ van ons kunstwerkje staat in Oisterwijk – als ik me goed herinner- op de Spoorlaan.
Ze passen goed bij elkaar onze twee kleine kunstwerkjes. Het moderne beeldje van een gezinnetje dat voor de agressie van het verwrongen staal staat, zou je dezer dagen best als kerststal kunnen zien. Maar het staat er bij ons het hele jaar door. Kerstgedachten moeten niet beperkt blijven tot die ene week aan het einde van het jaar.

Ik vind die combinatie van kunstwerkjes eigenlijk wel een beeld van deze tijd. Lieflijkheid en strijd en vernieling gaan ook in onze huidige maatschappij hand in hand. Waar kinderen worden geboren, worden zij haast tegelijkertijd gebombardeerd. Je zal bij voorbeeld maar in Syrië wonen. Ik wordt best misselijk bij de idee dat volwassen mensen zonder een greintje gevoel wijken met burgers plat bombarderen. Ik wordt ook spontaan misselijk als ik denk aan die moorden in Berlijn door die verwrongen geest en onlangs de moord bij die fototentoonstelling in Turkije. En breek me de bek niet open over het gedrag van Erdogan... Ik moet echt kotsen van de oproep van die IS-fanaten om zo veel mogelijk kerstmarkten te treffen. Vroeger zouden wij over dat soort ‘gevallen’ ongetwijfeld gezegd hebben: “dan heb je toch een gaatje in je kop”. Het gaat maar door. Nederland blijft gelukkig (nog) gespaard van terreur....alhoewel.

Als je het mij vraagt is de huidige maatschappij gewoon door en door verrot aan het worden. We sturen kerstkaarten, schrijven ‘zoete’ berichtjes op instagram en facebook en tegelijkertijd kijken velen of ze toch nog ergens voordeel kunnen halen over de rug van een ander. Liegen en bedriegen zijn aan de orde van de dag; economie wordt tot het enige zaligmakende verheven; de bankdirecteuren graaien vrolijk verder en de 'gewone mensen', ach dat zijn sukkels en gemakkelijke prooien.

Waar is het échte Kerstgevoel gebleven. Is dat echt dappere Tijn bij het Glazen Huis? Of als wij met heel ons uitgebreide gezin gezellig op Tweede Kerstdag bij elkaar zijn? Of is Kerstmis meer en meer verworden tot een liederlijk vreet- en zuipfestijn, een feest van het commerciële hebben-hebben-hebben, terwijl de voedselbank klanten probeert te helpen?

Toen ik dit stukje schreef, liet mijn herinnering een poster los die op school werd gemaakt. Een die indruk op mij maakte. Een poster die o zo waar is, als praktische opdracht gemaakt door een van mijn vmbo-leerlingen. U weet wel, een leerlinge van dat vmbo, dat zo slecht bekend staat als onderwijsrichting. ‘De jeugd van tegenwoordig’, wordt vaak smalend gezegd. Of zijn het hun ouders...? We kunnen aan die leerlinge allemaal een voorbeeld nemen: ‘samenleving, dat werkt alleen als je het letterlijk neemt’.

Als al die idioten die elkaar naar het leven staan, waar ook ter wereld, zich die zin eens tot zich lieten doordringen. Misschien zou de wereld dan kans krijgen om weer een mooie plek te worden, waar iedereen voelt dat hij meetelt; zich prettig mag voelen of hij of zij nu blank is of zwart, rijk of arm, homo of hetero, hoog opgeleid of niet............

Ik wens jou zinvolle Kerstdagen als nadenkdagen. Ik wens je ook alle gezondheid en een beetje geluk toe, gezond verstand en –al is het maar een beetje minder-  ‘ikke’ en meer ‘wij’ voor 2017. Zullen we dat als voornemen voor het nieuwe jaar nemen? We moeten toch ergens beginnen..................

(Bron : familiearchief f.v.son; laura’s poster; beeldje van mama; kunstwerk van Nicolas Müller-Jabusch).


 

zaterdag 17 december 2016

Zeldzaam moment....

Donderdagmiddag even na vieren was het eindelijk een keer zo ver. Eindelijk kon ik een zeldzaam moment vastleggen op de gevoelige plaat. Oma José kon even een keertje samen met de kleinkinderen gaan zitten. Na een schone luier voor de twee neefjes kon Oma even op de bank. En van die gelegenheid maakten Cas, Youri en Anouk dankbaar gebruik om samen met Oma José naar een spannende Eftelingfilm te kijken: Rood Kapje en de draak, -favoriet van Youri-, de reus, Langnek en de kabouter. Voor Anouk misschien iets te kinderachtig, maar na een volle dag school, en pijnlijke vinger was ook zij even aan een rustmomentje toe. Elke week is oma José in touw om het kinderen en kleinkinderen naar de zin te maken. Ze is beurtelings oppas, verpleegster, en soms buitenschoolse opvang, nachtwaakster, serveerster of kok. Alles om het iedereen naar de zin te maken. Niets is haar teveel. De kleintjes (maar ook mama’s en Papa’s) blijven zo nu en dan ook graag bij Oma José eten. Ze maakt van een normale maaltijd elke keer iets lekkers. Zo ook donderdagavond, toen Youri en Anouk samen met papa en mama mee aan tafel gingen. Gebakken aardappeltjes met spercieboontjes (met uitjes voor de liefhebber natuurlijk), appelmoes en een stukje varkensvlees. Of frietjes toen Youri vrijdag kwam logeren. Het is een genot om de kleintjes met smaak te zien smikkelen. Anouk laat dan ook nooit een hartelijke opmerking als “lekker Oma” achterwege. Wat uiteraard 'Kok Oma' weer plezier doet. Over een half jaar ben ik er voortaan elke dag bij. Dan ben ik met mijn pensioen. Maar daarop kom ik uiteraard in een later stadium wel terug. 
 Ik ben moe, zo vlak voor de Kerst. De traditionele ‘donkere dagen’ voor Kerstmis hakken er bij mij altijd behoorlijk in. Ik ben dan wat grieperig, verkouden, en ga eigenlijk behoorlijk op tijd naar bed. Het is ’s morgens dan ook vroeg dag. De ene dag komen bij voorbeeld Anouk al om half acht en brengt Oma ze tegen half negen naar school; op weer een andere doordeweekse dag blijkt een ander kleinkind ziek en is oma al vroeg in de weer als oppas. En overdag, als mama’s een keer vrij zijn, komen ze zelf op de koffie bij Oma. Zo nu en dan komt er ook een kleind logeren. Zo gaat het week in week uit. Mama’s en papa’s moeten nou eenmaal werken. Soms denk ik wel eens dat het – zo nu en dan- toch wel erg veel voor Oma José wordt; als zij even een uiltje knapt aan het begin van de avond op de bank, zodra we weer met zijn tweeën zijn. Dan kijk ik af en toe eens op en dan schiet het door mijn hoofd “waar haal je de energie toch vandaan”. Onvermoeibaar zo lijkt het. Hoe lang houdt ze dat nog vol.   Zij en ik hopen dat het nog jaren zo kan doorgaan. We zijn immers – zo lijkt het- geboren voor onze kinderen en kleinkinderen. En laat ik eerlijk zijn. Oma zou echt niet zonder kunnen.
(Bron: Cas, Your en Anouk bij oma José)








zaterdag 10 december 2016

Ach, dat geelzwart hart...

Ja. Ik heb eigenlijk een geelzwart-hart. Bij overlevering, zou je kunnen zeggen. Geërfd van mijn vader die veel te jong op 53 jarige leeftijd overleedt. Je begrijpt dat ik het deze week even over NAC moet hebben. In de Jupilerleague ploeteren ze dit seizoen wat aan. Goede wedstrijden worden afgewisseld met draken van wedstrijden, waarvan ik – ik betrap me daarop- steeds toch wat minder vrolijk wordt. Naar wedstrijden ga ik al enige tijd niet meer, al moet ik wel vertellen dat ik een buitenkansje niet voorbij liet gaan. Met de personeelsvereniging van het Dongemond college gingen we een keer samen naar het stadion in Breda.
Niet meer dat echt NAC-stadion dat ik me van vroeger kon herinneren. Met die overdekte staantribune aan de Beatrixstraat, op een boogscheut afstand van waar wij toen woonden. Dát was een stadion. Daar vierde NAC, nog hoogtijdagen. Compleet met NAC-kwartierke en later het ‘avondje NAC’. Toen kwamen AJAX en FEIJENOORD nog met enigszins knikkende knieën naar Breda om en diverse malen zonder punten en met de staart tussen de bene weer te vertrekken. Dat waren nog eens tijden. Passie van NAC-spelers-in-hart-en-nieren; niet die broodspelende huurlingen die er nu al te veel rondlopen. Veel spelers die ik heb zien acteren, vertrokken naar grote clubs. NAC telde echt mee. Op dit moment is NAC zo nu en dan het lachertje met meer en meer morrende supporters, die toch over het algemeen als hondstrouw te boek staan. Ook ik baal van die onnodige verliespartijen; van het gebrek aan passie en geloof in eigen kunnen; van het feit dat ze op deze manier voorlopig niet terug zullen keren in de eredivisie. Gelukkig laat ik er mijn weekenden niet meer helemaal door verpesten. Er zijn zo veel andere redenen om blij en gelukkig mee te zijn....  Hoe het komt dat ik voor NAC ben? Nou, drie redenen: Mijn vader voetbalde bij NAC; ik ging als puberende zoon om de week met hem mee om naar de verrichtingen van ‘het eerste’ te kijken en wij woonden op een steenworp van de Beatrixstraat in Breda. Het enige echte NAC-stadion. We woonden zo dichtbij, dat mijn broer en zusjes en ons Ma ons bij thuiskomst konden vertellen hoeveel het geworden was. Het gejuich was in onze achtertuin prima te horen. Bij oorverdovend gejuich werd er weer een streepje achter NAC gezet. 
Mijn Pa werd als regelmatig scorende speler met NAC III kampioen in 1936 van de reserve 2e klasse A. Die kampioensfoto heb ik bewaard in ons onvolprezen familiearchief. Dat geldt ook van het wedstrijdverslag van de wedstrijd waarin mijn vader in de hoofdmacht meespeelde. Longa speelde tegen NAC op 5 oktober 1936. Ons Pa viel na de rust in voor Bep de Swart jr, die geblesseerd geraakt was. Ik zou willen dat ik hem had zien voetballen.............
Mijn twee zonen en een schoonzoon voetbalden ook. Tommy en Pieter, beide bij onder meer Nevelo in Oisterwijk, Baronie in Breda en Right’Oh in Geertruidenberg. Ook Ronald, de man van onze dochter Meike voetbalde. Ronald van den Bergh speelde in zijn jeugdjaren bij Bossche clubs DBNC, TGG en BVV, vertrok toen naar RKC en keerde weer terug bij BVV in Den Bosch. En Stefan, de zoon van mijn broer Marco speelde enige tijd bij Internos. Het voetbal zal ze wel in het bloed zitten. Ze hebben het van geen vreemde.
(Bron: Familiearchief f.van son: Cor van Son een jaar voor hij stierf; kampioensfoto seizoen 1935-1936 van NAC 3 in de reserve 2e klasse A. Staande van links naar rechts Van Bers, Cor van Son, De Krom, Ad van Iersel, Joop Piederiet, A. van der Linden II. Knielend: Van Hout, Bliek, A.v.d.Linden I, A.v.Dinther, Tijssen, Van Ermel Scherer. Op de foto ontbreken Van Aalsum, Hakkens en Hilt; Pieter van Son(groen) met Baronie tegen NAC in het NAC-stadion; Tommy aan de bal in een jeugdteam van Nevelo).





zaterdag 3 december 2016

Bijna voorbij......

Ik ben beetje zenuwachtig vandaag. De goede Sint en Zwarte Piet hebben aan al onze kleinkinderen  een brief geschreven dat ze vanmiddag bij oma en opa Van Son worden verwacht. Dit weekend gaat het allemaal gebeuren en dan is het weer voor een jaar voorbij. Dan neemt het gewone leven weer zijn gangetje.
Maar vanmiddag brengt hij cadeautjes, staat er in de brief die onze kleinkinderen in hun brievenbus vonden.
Nou erg spannend hoor en wat opa vooral ook zo leuk vindt, is dat we met allemaal samen ook stamppotjes gaan eten bij Oma. Dat staat ook in de brief. Drie soorten zijn er maar liefst; compleet met verse worst, rookworst of gehaktballetjes. Dat wordt smullen.....
Erg leuk zo’n jaarlijks terugkerend activiteit. De rode wangetjes van opwinding; de drukte, want er staat geen enkele van onze kleinkinderen stil vanmiddag. Ook de mondjes ratelen maar door. 
Er zou een ‘uitknop’ op moeten zitten, of je zou er de batterijtjes even moeten kunnen uithalen.  
Ja ik kan jullie natuurlijk nog geen foto’s laten zien van vanmiddag. Internet kan wel veel, maar echt niet alles. De Sint heeft ook nog geen tipje van de sluier opgelicht. Ook niet voor mij...
Afwachten dus maar. Daarom moet je het vandaag doen met foto’s van de Sint Nicolaasmiddag op het kinderdagverblijf waar Youri en Cas op zitten. Een leuke middag afgelopen week met Sint Nicolaas en Zwarte Piet. Gelukkig de échte zwarte. Even de kat uit de boom kijken, moet onze Youri gedacht hebben. Maar al snel op schoot van de goede Sint. Onvergetelijke, vertederende plaatjes! Vandaar ook dat ik ze in ons archief bewaar.  En de mama’s, die mochten meegenieten............            (Bron: familiearchief f.v.son, sint op het kinderdagverblijf Youri en Cas, 2016)




zaterdag 26 november 2016

Vermoord door de kapper....

Een tijdje geleden maakte ik samen met José een ritje naar de Abdij van Tongerlo in Westerlo in de Belgische Kempen. Wat ga je daar nou doen? Zou je zeggen. Wel. Als ik in mijn zoektochten naar mijn voorouders iets tegenkom, dat ik nog zou kunnen bezoeken, dan doe ik dat graag. Het geeft me een goed beeld en een gevoel –met de kennis van je familie van toen in je achterhoofd-, dat je als het ware teruggaat in de tijd. Die eeuwenoude abdij ligt vlak bij het dorpje Olen, waar mijn directe voorvader Wouter Bac van Olen eens de scepter zwaaide.
De oorkondeboeken van de abdij van Tongerlo zijn een belangrijke bron voor mijn onderzoek. De abdij had hier in de regio in de driehoek tussen Breda, Tilburg en Waalwijk nog al wat grond in bezit, dat verpacht werd. Maar daarnaast heeft een paar voorouderlijke familieleden er een deel van hun leven doorgebracht en ééntje is er zelfs vermoord
Hubert Bac was abt van Tongerlo van 1309 tot 1333 en Wouter Bac, een zoon van de broer van Hubert, zijn neef dus, volgde hem in 1334 op. Die laatste kocht in 1356 het Hof ter Elst onder Duffel. Ook daarvan vond ik in de abdij het bewijs.
Je waant je terug in de dertiende eeuw tijdens zo’n bezoek; wandelend door de eeuwenoude tiendschuur, waar de boeren jaarlijks hun deel van de oogst als pacht moesten brengen. Je ziet er de ongelooflijke rijkdom van de abdij. Ook in architectonisch opzicht. Abdijen waren zeker toen schatrijk. De abt van de abdij was een uiterst belangrijke man.
Dat het niet allemaal koek en ei was in die tijd, dat heb ik na uitgebreid onderzoek inmiddels begrepen. Het jaartal 1309 is interessant voor mij omdat dit het jaar is waarin abt Hubertus benoemd werd tot abt. In het Oorkondenboek van de Abdij is vanaf 1311 een reeks vermeldingen te vinden waarin de abt van Tongerloo met de voornaam Hubert wordt aangeduid. Op 27 april, 4 en 14 mei 1316 zelfs als Hubert van Tilborg of van Thilborch. Hubert is vanaf 1306 kanunnik en proost van Tongerlo. De minimumleeftijd voor zo’n proost is 25 jaar. Hubert Bac moet dus uiterlijk in 1281 geboren zijn. Zo werk je in de genealogie, als meer directe bronnen ontbreken.
Onze Hubert was als 18e abt geliefd bij de mensen uit de omgeving van de abdij. Volgens de abdijbronnen verleende hij hulp aan de noodlijdenden die in de jaren 1315-1316 hun toevlucht zochten tot de abdij en ook tijdens de ziekte de Pest, die in die jaren op een hongersnood volgde en veel slachtoffers maakte. En desondanks...... Hubert had kennelijk ook vijanden. De goede man werd vermoord! Dat gebeurde op 14 april 1333 door zijn kamerdienaar en zijn barbier. De kapper dus. Ik huiver al, als ik aan dat lange scheermes denk.....
Lees even mee met de bron die verhaalt over die misdaad: "Ondanks zijne verhevene deugden werd hij den 14 april 1333, door twee zijner dienaren vermoord, die op de vlugt achterhaald, om den moord en den diefstal, welke zij hadden gepleegd, op eene voorbeeldige wijze gestraft zijn geworden. De plaats, digt bij de abdij gelegen, waar het doodvonnis ten uitvoer is gelegd, heeft sedert de naam van Raayblok gedragen". Ze wisten dus wel weg met de moordenaars van de abt. Zijn opvolger zou Hendrikus III, bijgenaamd Van Beckevoirt worden, maar die kreeg de kans niet. Hij stierf (een natuurlijke dood...) voordat hij abt kon worden. “Zijn overlijden had den 31 augustus 1333, zeventien dagen na den dood van zijnen voorzaat plaats". De familie Bac was kennelijk goed bevallen in Tongerlo, want de echte opvolger in 1334 werd het neefje van Hubert,  Wouter Bac. Die leefde wel lang genoeg om abt te worden. Wouter wordt gewaardeerd raadgever van hertogin Johanna van Brabant. In dank voor zijn diensten kreeg hij van haar de helft van de ‘hogere jurisdictie’ in de Heerlijkheid Tongerlo. Dat is het recht om recht te kunnen spreken in zaken waar de doodstraf kon worden opgelegd. In 1353 kreeg Wouter het patronaatschap van de kerken van Haaren en van Moergestel. Hij kreeg daarmee het inkomen dat hoorde bij het bedienen van die kerken. Geestelijken hadden het in die tijd goed.
Dat schiet allemaal door je heen tijdens zo’n wandeling in de abdij en en over het uitgestrekte abdijterrein, als je, -zoals ik-, helemaal gek bent van het onderzoek naar de genealogie en geschiedenis van je familie. Beter dan televisie kijken. Er is immers nauwelijks nog iets interessants te zien op dat ding.....vind ik tenminste.
Op internet of elders vind ik genoeg interessante bronnen waarmee ik me uren kan bezig houden.
(Bronnen: Jaargang 8. nr. De Heerlijkheid Herlaar, Heemkundekring Herlaar, st.Michielsgestel); Nassausche domeinarchieven in Den Haag akte nr. 57, 1342;  Monasticon Belge, tome VIII; Antonii Sanderi, presbyteri chorographia sacra Brabantiae, sive celebrium..., door Antonius Sanderus, 1726 blz.324-325); Gallia Christiana, In Provincias Ecclesiasticas Distributa; In Qua series et historia..., Volume 5, blz. 414.;
Klaversma, PSHAL  dl.CXXI  (1985), blz.11 ; Regionaalarchief tilburg. Oorkonden-uit-midden-brabant- periode 1300-1324; periode 1325-1349; Oorkondenboek van Noord-Brabant 690-1312) en familiearchief f.van son: abdij van Tongerlo 2016).





zaterdag 19 november 2016

Rode wangetjes.........

Rode wangetjes van opwinding en ijskoude handjes. Zo hebben onze kleinkinderen zondag staan wachten op die aardige grijsaard met zijn Zwarte Pieten. De brug tussen Geertruidenberg en Raamsdonksveer was verboden gebied, dus de kinderen en hun papa’s en mama’s, oma, opa en wie al meer, verdrongen zich daarom rondom de Bergse passantenhaven om een glimp op te vangen van de Goedheilig man en zijn knechten. 
Wat hebben de kleintjes lang op dit moment moeten wachten. Gelukkig gaan alle discussies, posts op facebook en tv- en radioprogramma’s over lastige oudjes, roetveegpieten en slavernijverleden, aan de kinderen voorbij en zag je zondag overal alleen maar lachende en gezellige mensen die genoten van alleen maar Zwarte Pieten, zoals het in mijn herinnering altijd al geweest is. Gelukkig mogen de kinderen kind zijn en waren demonstrerende Sylvana Simons of andere zeurpieten niet in de buurt om het kinderfeest te verpesten. In het Caraïbisch gebied genieten de mensen ook van Zwarte Piet. Voor een groot aantal van hen geldt ook het slavernijverleden; maar zij weten de zaken uit elkaar te houden. Respect!   Het was een aankomst van Sint Nicolaas zoals ik me die van vroeger kan herinneren. Uiteraard ging ik ook met mijn vader en moeder naar Sint en Zwarte Pieten kijken en er was zelfs nog tot twee keer toe een extraatje voor ons die dag. Sint kwam bij ons op zijn paard met Pieten, bakfietsen en karren vol pakjes, begeleid door ‘Spaanse edelen’ door de straat, op weg naar ‘Moeke Mols’, toen nog op de hoek van de Haagweg en de Dijklaan in Breda. Daar stopte Sint altijd even om van zijn paard te worden geholpen en na enkele cognacjes er –met aanzienlijk meer moeite- weer op te worden gehesen.......   Aan het eind van de middag gingen we dan vaak nog naar hotel De Kroon op de Grote Markt. Daar kwam Sint op het balkon om te zwaaien naar alle zoete kinderen. Samen met horden Zwarte Pieten. Wat heb ik toen veel teruggedacht aan ons slavernijverleden........ Natuurlijk niet.  Ik was zoals elk kind opgewonden. Had zelf ook koude handjes en rode wangetjes. Want Sint en zijn Zwarte Pieten waren er immers weer. Ik kon daarvan genieten en ook mijn hartje klopte vol verwachting. Dat weet ik zeker. De tijd van cadeautjes in de schoen, liedjes zingen voor de haard met dat ruitje waarachter de vlammetjes flikkerden, en als donderslag bij heldere hemel werd er gestrooid als wij lief aan het spelen waren. Wat een heerlijke spannende tijd zonder zeurende volwassenen, die zichzelf o zo belangrijk vinden en verantwoordelijk zijn voor poortjes en hekken bij een kinderfeest. Over ons slavernijverleden, dat de schoonheidsprijs niet verdient, werd ik rondom Sinterklaas niet lastig gevallen. Dat leerde ik wel in de hoogste klassen van de basisschool en ook later op de middelbare school. Ik ging als puber niet met mijn vrienden de straatnaambordjes, die herinnerden aan de West-indische compagnie, bekladden of het het beeld van Jan Pieterszoon Coen bekalken met leuzen, al was mijn middelbare schooltijd juist in de tijd van trappen tegen de gevestigde orde, flowerpower, de democratiseringsgolf en alle goeds en kwaads dat daarmee gepaard ging.  Ik vond het zondag dan ook fijn dat ons plaatselijke Sinterklaascomité gewoon zorgde voor een ouderwetse aankomst. Mét Zwarte Pieten. De kleintjes konden genieten van een feest zoals het altijd al geweest is. Ook konden ze warm worden bij het dansen en springen met Zwarte Piet en Sint in de aula van het Dongemond college. Ze konden samen op de foto als zij wilden. Een fijne middag als beginpunt van een leuke, spannende tijd die moet uitmonden in een heerlijk avondje of ochtendje. In elk geval ook bij Oma en Opa. Ook dit jaar weer. Want dat Sint met zijn Zwarte Pieten ook dit jaar bij ons weer cadeautjes brengen voor onze kleinkinderen, dat staat volgens mij als een paal boven water. Oma José heeft het er maar druk mee. Intussen weten zowel Cas als Youri al haarfijn de weg naar de boordevolle pot met pepernoten te vinden in 'oma's huisje'
(Bron: familiearchief f.v.son: aankomst Sint 2016).










zaterdag 12 november 2016

Door het dolle heen......


Ja hoor. Zondag is het zo ver. Dan komt de Sint met zijn Zwarte Pieten aan in Raamsdonksveer. Dat betkent dat onze kleintjes zo langzamerhand drukker worden. Het is dan ook oh zo spannend dat de Sint en zijn Zwarte Knechten weer in het land komen. Geen hekken en toegangspoortjes, al staan ze er wel op de Bergse brug. Dat was tot nu toe een prachtig plekje om de Sint al van verre te kunnen zien aankomen. Nu mag er niemand staan. Wat de brug over de Merwede bij Gorkun kan, dat kunnen wij ook. Een grote hoeveelheid mensen zou misschien een gevaarlijke situatie opleveren. Want onze brug blijkt ook niet helemaal meer in orde. Dat betekent dat oma en Oma José, de mama’s en de papa’s en Cas, Youri, Robyn en Anouk wat vroeger dan normaal van de partij moetgen zijn bij de passantenhaven om een goed plekje te veroveren. Emma en René blijven in Made. Om te kijken of de Sint daar ook aankomt. Je kunt beter het zekere voor het onzekere nemen, niet waar?
En als de Sint er dan eenmaal is, dan wordt het nog extra spannend. Oma heeft gezorgd dat er vcoldoende kaartjes zijn om in het Dongemond college de Sint en zijn Zwarte Pieten écht te verwelkomen. Dat wordt een leuke middag. Cas zal het misschien wel prima vinden; Youri kijkt de kat uit de boom en Robyn kijkt zonder twijfel haar ogen uit. Dat alles onder het “toeziend”oog van grote nicht Anouk die ze zaak wel in de gaten houdt. De mama’s, papa’s en Oma zullen de mobiel wel in de camera-optie kant en klaar houden. Leuke foto’s en filmpjes..........
En dan komt het er weer aan. Sinds Omi er niet meer is, blijft Oma José nog over. Wie weet brengen ook de zwarte pieten en de int dit jaar weer cadeautjes bij oma voor alle lieve kleinkinderen. Ik denk het wel. Dat betekent dus een drukke, leuke tijd. En als nou die zeurpieten zich ook inhouden, dan blijft Sinterklaas met Zwarte Piet een fijn, gezellig kinderfeest zoals het altijd is geweest. Ik denk er zelf nog steeds met plezier aan terug. 
Oh ja. Ik zou het haast vergeten. Gisteren mocht ik mijn nieuwe schoenen ophalen. In recordtijd gemaakt door mijn vakman Nico Molenschot bij Voet en Zorg in Drunen. Prachtig. Nu is het wennen. Maar het voelt prima. Ik ben er erg bij mee en ook dankbaar.
(Familiearchief f.van Son: pakjesavond bij Oma José in 2015: daar wordt aan de deur geklopt; uitpakken maar;  Oma José was ooit in de jaren 70 van de vorige eeuw nog hulpsinterklaas).