zaterdag 26 september 2015

Dat zit gewoon in m’n karakter…


Ik heb een zware week achter de rug. Dat voel ik zo. En toch lijkt het op een week zoals andere. Tenminste als ik kijk naar het aantal lessen en mijn dagelijkse beslommeringen. Maar het was een week die me veel meer energie kostte. Om te beginnen werd ik geconfronteerd met – laten we het omschrijven als- lichamelijk ongemakken bij anderen. Om precies te zijn bij mijn zoon en een van mijn schoonzonen. De een klaagt al geruime tijd over pijn in zijn buik en de oorzaak is nog altijd niet gevonden en bij de ander schoot het stanleymes uit met alle vervelende en vooral pijnlijke gevolgen voor hem van dien. Maar dat heeft toch geen gevolgen voor jou, zal je misschien zeggen…. Ja. Eigenlijk toch wel! Zo zit ik nu eenmaal in elkaar. José, mijn kinderen, klein- en schoonkinderen moeten niets mankeren. Gebeurt er iets in ons uitgebreide gezin dan voel ik dat zelf onmiddellijk mee. Daar heb ik last van. Last van mijn karakter als het ware. Alsof ik de hele last van mijn inmiddels 19 leden tellende gezin op mijn nek moet nemen. Terwijl dat helemaal niet nodig is. Ze kunnen best voor zichzelf zorgen. En toch maken zulke dingen mij extra nerveus. Ze kosten me extra energie; ik maak me dan vaak zorgen. Gelukkig meestal onnodig, maar dat weet je later pas. Daardoor voel ik me niet op mijn gemak. Tel daar nog bij op dat ik zelf afgelopen woensdag ook voor onderzoek naar Nieuwegein naar het Antoniusziekenhuis moest. Dat maakte me al helemaal in de war. Ik denk van alles als er zo’n uitnodiging in de brievenbus valt. Maar meestal denk ik het rampscenario. Als het allemaal maar goed is…… Dat kost me zoveel energie, dat ik die in zulke weken dagelijks te kort kom. Dat geeft weer allerlei pijntjes en het lopen wordt moeizamer. José pept me dan traditiegetrouw op en gaat ook mee naar het ziekenhuis.

Het fijne was wel woensdag, dat je in dat Antonius in Nieuwegein bij een goed lopend bedrijf binnenkomt. Je hebt een patiëntenpas die wordt gescand. Je tevoren aangekondigde onderzoeken worden op de aangegeven tijd afgewerkt en – in tegenstelling tot andere ziekenhuizen waar ik kind aan huis ben-, krijg je dezelfde dag nog een gesprek met de behandelende arts die de uitslag van het onderzoek met je doorneemt. Dat is prettig. Want in tegenstelling tot mensen die vlak voor ons een gesprek hadden, kwamen wij blij en gelukkig bij de dokter naar buiten. Pas over twee jaar weer een scan. De computer controleert nog even en vrijdag belt de dokter me met de definitieve uitslag. Maar hij heeft me al gerustgesteld. Iedereen blij. De kinderen en schoonkinderen maar ook diverse collega’s laten weten dat ze het fijn vinden voor mij. Op naar de volgende dan maar. Er staan er nog 2 medische dingen op het programma dit jaar als alles goed verloopt. De cardioloog en de tandarts. Intussen lekker gewoon les geven!

Toen ik woensdag het ziekenhuis uitstapte moest ik onwillekeurig denken aan wat mijn moeder altijd tegen me zei: “Jongen, de mens lijdt het meest, van het lijden dat hij vreest”.  Zij had gelijk. Groot gelijk! Maar je zal maar zo’n karakter hebben als ik……

Oh ja. Ik zou het haast vergeten: Cas ging vrijdag voor het eerst naar het kinderdagverblijf. Weer een fijne mijlpaal, want die zijn er wekelijks ook genoeg in zo’n heerlijk groot gezin.
(Bron: Familiearchief f.v.son: gezondheid 2015, ziekenhuis 2015, Cas naar kinderdagverblijf).

BAC

Oh ja, voor de genealogie-liefhebbers: binnenkort op mijn blog een nieuwe visie op de herkomst van de familie Bac, mijn voorouders. Hans van Broekhoven en ik hebben na uitgebreid onderzoek nieuws te melden!


zaterdag 19 september 2015

Mijn Oma was tandarts-op-afstand…

Nou moet ik zeggen dat ik haar zelf helaas nooit heb kunnen ontmoeten. Maar als ik de verhalen moet geloven, dan moet zij een bijzondere vrouw zijn geweest. Ik heb het over mijn oma Leentje Kools, de vrouw van Jan van Son. Ze werd geboren op 3 april 1878 in Teteringen en overleed op 15 december 1942 in Breda, vermoedelijk na een beroerte.
Als je zoals ik steeds op zoek bent naar het doen en laten van je voorouders, dan kom je wel eens bijzondere dingen tegen. Oma zou je een ‘tandarts-op-afstand’ kunnen noemen. En dat vind ik voor die tijd een bijzondere prestatie…….
Mijn oma Leentje Kools is onderwerp van een volksverhaal uit Brabant, verteld door een zekere mevrouw Antoinetta Maria Verbeek-Beenen en opgetekend in ‘Volksverhalen uit Noord Brabant’. Het is zo mooi om het hele verhaal eens na te lezen, maar dat laat ik graag aan jou over.
Een verkorte versie: Het buurmeisje van Leentje Kools en Jan van Son had zo vaak kiespijn dat ze zich geen raad meer wist. Ze had al zo veel slokjes brandewijn gedronken en dan hield de kiespijn even op, maar kwam telkens terug. En die brandewijn kostte telkens een kwartje…...
Maar mijn oma wist kennelijk een oplossing. Ze moest maar even mee gaan naar de kerk aan de Haven in Breda naar kapelaan Daverveld. Die zou het wel regelen.
Meneer kapelaan laat weten dat ze van haar kiespijn afkomt, als ze onze vaders en Weesgegroeten bidt, met haar hoofd op een kussen dat op tafel ligt. En net zo lang bidden tot ze in slaap valt. Maar dat advies kostte haar wel ‘n kwartje. (Of dat kwartje door de kapelaan ook voor brandewijn werd gebruikt, vermeld het verhaal niet….).
Maar ach, ’t arme kind was protestant en zal het dus al zowat in haar broek hebben gedaan, toen ze naar een katholieke kapelaan moest. Uiteraard bedacht de kapelaan een oplossing. De kerk was in die tijd immers dé oplossing voor alle ongemakken, zo werd steeds aan het goedgelovige volk verteld.
Hij vroeg aan Leentje Kools of ze katholiek was. Ja dus mijn oma was katholiek. Kwam hem dat even mooi uit: “ Dan moet je als buurvrouw tegelijkertijd weesgegroeten bidden, terwijl je buurmeisje met haar hoofd op tafel onze vaders bidt”, zo bedacht hij. Zo gezegd zo gedaan. En wat denk je, de hulp van de katholieke buurvrouw zal uiteraard doorslaggevend zijn geweest.
Ik laat je graag van de laatste regels uit het oude volksverhaal meegenieten. En wie het hele verhaal lezen wil: ‘Willem de Blécourt. Volksverhalen uit Noord Brabant. Utrecht [etc.]: Het Spectrum, 1980. bladzijde 160-161’.
Het slot van het verhaal: na het bezoek aan de kapelaan die er weer een kwartje aan verdiende: Ik citeer:“Maar toen kom ik thuis, en van den angst kreeg ik alweer kiespijn. O, maar m'n moeder, die zee: 'al weer 'n kwartje overstuur. Ge moet nog maar meer kunsten ophalen', maar alla, ik ging met m'n kop op tafel liggen 's nachts en m'n buurvrouw klopte ik en die ging ook bidden en ik viel in slaap en ik heb geslapen tot 's morgens toe en ik heb van m'n leven geen kiespijn gehad, heb ik gene kies of tand meer in menne mond: ze zijn er zo uitgegaan. Dus ik raad het jullie ook aan.” Laat ik nou denken dat het toch beter is om de tandarts te laten kijken……
(Bron: familiearchief f. van son: Oma Leentje Kools en haar man Jan van Son; uit Willem de Blécourt. Volksverhalen uit Noord Brabant. Utrecht [etc.]: Het Spectrum, 1980. p. 160-161)


 

 

zaterdag 12 september 2015

Een vierling en ‘n record !

Zo, apart, die maand september. Binnen onze familie wordt voor het eerst een vierling geboren.
Fientje is de moeder! Tegelijkertijd maakt onze kleine Cas, kleinkind in het gezin van Elke en Wouter  - zeven weken jong- zijn eerste buitenlandse reis. Op vakantie naar Duitsland. Met de camper en met papa en mama natuurlijk. Daarmee pakt hij het record af van zijn tante Inge, die als tien weken jonge baby meeging op vakantie naar Merksplas in België. Dat record heeft decennia lang gestaan.
Eerst even Cas. Die ging met zijn ouders dus met de camper een paar dagen weg, kijken hoe het zou gaan natuurlijk. Wel, het ging prima. Cas voelde zich thuis bij onze oosterburen en maakte het zijn ouders, ondanks het feit dat het knap frisjes was, niet moeilijk met huilbuien en hield hen ook niet uit de slaap. Af en toe een wandelingetje, lekker genieten in en voor de camper en zelfs een terrasje. Geslaagd dus.
Ik vroeg om enkele foto’s door te sturen, zodat ik ook jullie kan laten meegenieten.
En dan ons Fientje. Je zal maar op een dag even naar buiten gaan en zwanger thuiskomen. Dat overkwam Fientje van Son in Oosterhout. De “schuldige” is een kater uit de buurt. En Fientje, zelf ook toch niet van de grootsten, schonk het leven aan vier poezelige katjes. De foto’s spreken voor zich. Evenals de Aaah’s een Oooh’s op facebook. Het was een genot om te zien, hoe Fientje met haar kroost omgaat. Ze koestert ze, slaat haar pootje om hen heen en was in het begin zelfs geïrriteerd als je al te dicht in de buurt kwam. De vier kleintjes hebben inmiddels een goed tehuis toegezegd gekregen. Niet dat ze nu al van mama Fientje weg zijn, dat duurt nog een paar weekjes. En onze kleinkinderen Robyn, Daan en Joël zijn helemaal weg van de vierkoppige gezinsuitbreiding. De kleintjes krijgen van hen alle aandacht. En zo hoort het ook!
Twee onderwerpen waarvan ik jullie dit weekend graag wil laten meegenieten.
(Bron: familiearchief f.van son: Cas met pa en ma in Duitsland 2015, Fientje de poes krijgt 4 kleintjes in huize Van Son).








zaterdag 5 september 2015

Regelmaat bevalt het beste!

De eerste schoolweek na de vakantie is weer achter de rug. Weer lesuren van 50 minuten, tussenuren en vergaderingen. Ook dit jaar weer. Dat zal dus wennen worden als ik over 2 jaar met pensioen ga…..  
Het luie vakantieleventje beviel me best goed, maar als ik eerlijk ben, dan bevalt de regelmaat van alledag mou, ik ben er niks bang voor dat ik achter de geraniums beland. Nee hoor. Om te beginnen heb ik mijn hobbies. Op de eerste plaats de kinderen en de kleinkinderen en daarnaast het stamboomonderzoek naar de familie Van Son. Ik heb er al eens over verteld. Dat doe ik al zo’n 35 jaar.  Dan hewb ik ook nog de politiek. Ook dan zal ik me aan de regelmaat houden, misschien schuift enkel de klok ’s morgens een uurtje vooruit…
Mijn weekdagen zien er al jarenlang hetzelfde uit: ’s morgens zo om en nabij 6 uur stap ik uit bed en ga onder de douche. Een wekker hebben José en ik niet nodig. Heel ons leven nog niet nodig gehad. We hebben kennelijk een ingebouwde wekker.
Na het douchen ga ik naar beneden en geef onze kater Croky eten. Die staat dan meestal al zo’n kwartier te miauwen alsof hij nooit te eten krijgt, arm dier! Daarna lees ik de krant en eet ik samen met José twee sneetjes brood een kop koffie erbij. Ik zoek mijn pilletjes bij elkaar en als ik mezelf moet prikken om het bloed te meten, dan doe ik dat ook. 
Daarna zijn –elke dag- de vissen in mijn tropisch aquarium aan de beurt. Ze krijgen eten. Ik kijk of ik mail heb en check de jarigen op facebook en kijk samen journaal met José. Om half acht ga ik de deur uit op weg naar school. Daar beginnen de lessen pas om half negen, maar ik heb een broertje dood aan haasten. Even een gezellig babbeltje met collega’s en dan naar boven om de boeken klaar te leggen en de computer in de klas op te starten.
Na mijn lessen, die ik nog steeds met veel plezier geef, ga ik drie maal per week naar de fysio.
En ook naar eventuele vergaderingen van het team, de medezeggenschapsraad van de school en soms een ouderavond. Mijn weken zijn meer dan gevuld en dat doet me goed.
Na het werk ga ik met de scootmobiel naar huis en vaak is er dan een kind op visite met een of meer kleinkinderen. Soms eten ze mee, want Oma José zet altijd lekker eten op tafel. Dan is het druk bij ons thuis. Opa moet dan soms in touw om de kleinste de fles te geven of op de kleintjes letten als oma aan een van haar hobbies uitvoert: koken! en dat letten op de kleintjes doe ik graag ook al is er wielrennen op tv. Emma kan al heel erg goed voor zichzelf zorgen en schrikt er niet voor terug om de kleinsten op schoot te nemen. Samen met haar zus Renée spelen ze vaak caféetje. Ze komen dan als rasechte obers vragen wat ik wil dringen en eten en brengen dat vervolgens. Anouk leert bij voorbeeld haar broertje lopen...
Na het eten check ik weer de mail en begint de avond. De rust keert dan langzaam weer. Dan komt de ‘quality time’; een kop koffie samen met José en dan samen gezellig wat praten, tv-kijken of iets anders. José zorgt voor eventuele kleinkinderen die bij ons “logeren” en om acht uur kijken we journaal. Is er iets leuks of interessants op tv, dan kijken we, maar vaak ook gewoon niet. Gaat José naar de schilderclub, dan kruip ik achter mijn laptop voor de stamboom. Als de gemeenteraad vergadert, dan ga ik daar naartoe en ik ben ook actief in de steunfractie van een van de partijen. Daar gaat na mijn pensionering behoorlijk wat tijd inzitten, weet ik. Die tijd heb ik dan. 
Niets meer moeten zal mijn opstatijdstip tegen die tijd misschien een uurtje later zetten, maar voor de rest blijft de regelmaat. Daarbij voel ik me het meeste op mijn gemak. Dan krijg ik nog meer tijd met José; nog meer tijd voor de kinderen en kleinkinderen. Ik tel niet af, daarvoor geef ik nog te graag les. Maar het lijkt me voor straks wel leuk!
(Bron : Familiearchief f.van son:  regelmaat, kleinkinderen eten en spelen mee).