zaterdag 27 juni 2015

Meent hij het, of niet?

Ik heb het er vorige week al even over gehad. “Frans speelt de hele dag toneel”. Dat is al meerdere malen tegen en over mij gezegd. Op school vragen collega’s zich af en toe af of ik iets wat zeg, nu meen of niet; of ik serieus ben of niet. Dat klopt! Ik ben serieus of niet. 
Het heeft allemaal te maken met mijn gevoel om af en toe toneel te spelen. Dat zit nu eenmaal in mijn karakter. Echt toneel, maar ook spel. In de eerste klas van de lagere school speelde ik al Jozef in het Kerstspel. Samen met mijn vriendinnetje Corrie Stofmeel die –uiteraard- Maria was. 
Mama zorgde voor een prima bruine pij, die mij nog meer op Jozef deed lijken en een bezemsteel deed de rest. We waren snel tevreden toen. Als er iets met toneel of acteren was, dan deed ik mee. Zoals in de tijd dat ik in Apeldoorn werkte. Samen met Ton Kock was ik bestuurslid en lid van de Apeldoornse Komedie. Wij speelden geëngageerde stukken. Want ook dat zat er al van jongs af aan in. Daar ben ik als het ware mee opgevoed. 
“Als je erop trapt”, zo heette één van die stukken. Het ging over discriminatie, zo kan ik me herinneren. De Apeldoornse Komedie speelde in de kleine zaal van het beroemde Orpheus. Superspannend!
In mijn Oisterwijkse tijd speelde ik rondom een reorganisatie van de gemeentelijke organisatie een tovenaar en op een personeelsdag was ik Sjeik Ibn El Flippo. Ik was met mijn team De Flippo's naar een “internationale” zeskamp gekomen op het strand en in het water van het Oisterwijkse Staalbergven. Uiteraard werd ik als Sjeik geschminkt en aangekleed. Een mooie zwarte mantel die normaal gesproken door de ambtenaar van de burgerlijke stand werd gebruikt. Ons team deed het –naast al het lachen- eigenlijk wonderwel goed.
Nu nog speel ik toneel. Meestal in mijn vrije tijd, maar tijdens de les wil ik zo af en toe ook wel eens uit de hoek komen. Toneel spelen geeft mij plezier. Lachen is de beste medicijn, zo heb ik gemerkt, om vervelende gevoelens en gedachten als sneeuw voor de zon te laten verdwijnen. Probeer het meer eens………
(Bron: familiearchief f.van son: Kerstspel met Frans als Jozef; personeelsdag gemeente Oisterwijk met Sjeik Ibn El Flippo; reorganisatie Oisterwijk met tovenaar).






zaterdag 20 juni 2015

’t is niet anders…

Ik heb er al eens over verteld. In 2012 was ik voor enkele maanden aan het bed gekluisterd. Het moeilijkste, zo weet ik me nog goed te herinneren, was de angst dat het nu dus afgelopen was met mijn mobiel zijn. Lopen behoorde misschien wel tot het verleden. Dat dacht ik ook toen mijn hart enkele keren op hol raakte en ik in het ziekenhuis een cardioversie moest ondergaan. Zo noemen ze het, als je hart onder narcose als het ware met een electrische schok gereset moet worden. 
Ik wilde steeds weer koste wat het kost kunnen lopen. Ik had dat gevoel een paar jaar eerder ook al eens gehad. Ik ging toen drie keer per week naar revalidatiecentrum Revant in Breda. Proberen om wat meer kracht in mijn benen te krijgen en conditie op te doen om nog wat langer te kunnen blijven lopen. Daar in Breda heb ik geleerd om anders te gaan denken. Ik moest niet meer ‘kunnen wat ik wilde’, maar ‘willen wat ik nog kan’. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Dat kan ik je wél vertellen. Zeker met mijn karakter. Het koste mij vreselijk veel moeite om daaraan toe te geven. 
Ik had immers alles steeds zelf kunnen regelen. En nu moest alles ineens in een andere volgorde. Het vechten om tóch alles weer te kunnen wat ik zo graag wilde, kostte me erg veel energie en die had en heb ik nu eenmaal niet meer sinds mijn hart het nodig vond om te gaan hartfalen. Dat hartfalen is moeilijk uit te leggen. Het grootste probleem is eigenlijk dat gezonde mensen dat moeilijk kunnen begrijpen. Gewoon doorzetten! Dat krijg je vaak te horen. Je zou dat maar al te graag willen, maar hoe je ook draait of keert, het gaat gewoon niet. Denk aan bukken en met de kleinkinderen op de grond spelen. Eenmaal op de grond kan ik niet meer omhoog.  Ik kan je zeggen dat het erg frustrerend is.  Daarom doe ik dat in elk geval noodgedwongen niet meer. 
Maar goed: toen ik me eenmaal aan die nieuwe stelregel had overgegeven, bleek het ook langzaamaan beter te gaan. Toen ik in 2012 met –wat uiteindelijk jicht bleek- vrij hulpeloos op bed kwam te liggen, duurde het ook weer even tot ik mijn nieuwe stelregel uit mijn herinnering van stal wilde en kon halen. Maar eenmaal gelukt, kwam ik ook toen het bed weer uit en begon het schuifelen met krukken. Er kwamen een scootmobiel, een speciaal op mij aangepaste sta-op-stoel en een traplift. Ze maken me stuk voor stuk wat mobieler. Over die scootmobiel doen al wat verhalen de ronde. De afdeling techniek op school zou er maar al te graag een sneeuwschuivertje voorop monteren en een monotoon piepgeluid voor als ik achteruit rij. Ik speel toneel mee en zet voor de foto in het fotojaarboek een oude leren motorhelm met bijpassende bril op en noem mijn scootmobiel steevast ‘mijn cabrio’. Ze hebben in een ‘Liber Amicorum’ al eens meer over mij geschreven “Frans speelt de hele dag toneel”. 
Sinds kort ga ik ook weer met één speciale wandelstok achter op de scootmobiel naar school. Want uiteraard werk ik nog. Normaal werken heb ik immers mijn leven lang al gedaan. Ik mag nog een paar jaar voordat ik de pensioengerechtigde leeftijd bereik……
Als ik niet teveel hoef te lopen, dan kan ik het eindelijk weer een dag volhouden met die ene stok.  Autorijden –met automaat uiteraard- gaat ook nog prima. Daar doe ik het mee, in de hoop dat ik binnenkort ook weer de normale oefeningen bij de fysiotherapeut kan doen, nog steeds drie keer in de week. Het ging goed, maar de ziekte en de dood van Ons Ma heeft mijn gestel kennelijk een tik gegeven. Daar moet ik eerst zelf overheen zien te komen, dan komt de rest vanzelf wel weer…..
(Bron: familiearchief f. van son.)



zaterdag 13 juni 2015

Feestjes bouwen !

Nog even tot de dag van vandaag! We zijn aangekomen in september 2014. We hebben nog iets te goed. Op 24 mei dat jaar waren José en ik veertig jaar getrouwd. Ik heb het daar al even over gehad. Meike was hoogzwanger van Youri en dat was voor ons de reden om de viering van ons trouwjubileum even uit te stellen. 
In september vorig jaar planden we twee dagen. Eén voor de volwassenen en één voor de kinderen. Zo hadden ze beide feest. De ouders konden eens lekker hun gang gaan zonder op de kleintjes te hoeven passen en speciaal voor de kinderen was er ook een feestelijke dag. Oma en Opa zijn immers maar één keer 40 jaar getrouwd!
De kleintjes gingen -natuurlijk met hun ouders en de andere ooms, tantes, oma en opa samen- naar Billy Bird park Hemelrijk in Volkel. 
Maar eerst familiefoto’s maken in het Koningspark in Raamsdonksveer. Dat wilde Oma José erg graag. We hadden er speciaal de Oisterwijkse kennis en fotografe Helmi Puts voor uitgenodigd. Daarna konden we op weg naar Volkel. 
Daar was het werkelijk genieten, zowel binnen als buiten en voor iedereen. Onze kleintje troffen het, want het was schitterend weer. Warm en vooral de hele dag zonnig. Naast binnenspeeltuin Zeeroversland kon je er samen, of met een oom of tante of oma waterfietsen, de klimberg ‘Hemelaya’  beklimmen, van een grote glijbaan glijden en genieten in kermisachtige attracties. De kleintjes konden een hele dag drinken als ze wilden en natuurlijk waren frietjes en snacks toe en een ijsje dat je zelf mocht versieren. Wat wil je nog meer! Je kan je voorstellen dat de kinderen ’s avonds voldaan en doodop waren. Ze sliepen al toen we in de auto’s terugreden naar huis.
De dag voor de volwassenen mocht er ook zijn, daarover was iedereen het na afloop eens. Ook die dag troffen we het: stralend weer. We konden een hele dag rustig genieten bij de Aardborsthoeve in Mierlo. Een schot in de roos. Met koffie of thee en een worstenbroodje om te beginnen en een huifkartocht over de prachtige Strabrechtse hei, waarbij onbedaarlijk werd gelachen. Dat werd nog eens dunnetjes overgedaan tijdens de zogenoemde boerenspelen met hoefijzerwerpen, muizenmeppen, Kersenpitspugen, Koemelken, boerengatenkaas en de ludieke prijsuitreiking tot slot. Tijdens die spelen trokken we zelf onze speciaal voor ons gemaakte drankkar mee. In ijs waren de flessen opgeslagen en natuurlijk mocht je drinken wat en zoveel of zo weinig als je maar wilde. Na de heerlijke Bourgondische barbecue konden de groten daarna ook voldaan huiswaarts na een lekker dagje zonder de kleintjes. Ook wel eens lekker! En wij, José en ik kijken terug op twee hele fijne dagen.
(Bron: familiearchief f.van son: kinderfeest 40 jaar getrouwd Frans en José 2014).




zaterdag 6 juni 2015

Wij komen tijd tekort…….

Mensen hebben hun dagelijks werk, maar hebben ook hun hobbies. Gelukkig maar. Zo is het ook bij José en bij mij. Dat maakt het leven aangenaam. Maar hoe ouder je wordt; hoe minder tijd je lijkt te hebben. Naast haar dagelijkse werk heeft José nog amper tijd om adem te halen zo langzamerhand.
José heeft een paar echte hobbies. Met stip op één staan onze kinderen en de kleinkinderen. Niets is haar teveel om er voor haar nageslacht te staan. Dag en nacht! Moet er even opgepast worden, of een hele dag, dan is José van de partij als ze niet hoeft te werken tenminste. Uiteraard komen zo af en toe een of twee kleinkinderen logeren. José is steeds in touw met de kleintjes. Ik vind het dan ook geen verrassing, dat ze haar allemaal, stuk voor stuk op handen dragen. Of dat te maken heeft met het feit dat zij (met een knipoog naar Annie M.G. Schmidt) aan haar kleinkinderen vertelt, dat ze vroeger een kat is geweest, zo’n dikke rooie kat, dat waag ik te betwijfelen. Maar leuk vinden ze het wel. 
Ze komen allemaal graag bij Oma. Daarvoor heeft José zelf gezorgd!
Maar ze heeft nog een andere hobby: schilderen. Moderne kunst. Want die oude meesters zijn niet aan haar besteed. Tijdens haar opleiding maakte zij al mooie werkstukken. Nadat de kinderen uit huis waren gegaan is zij gaan schilderen. Zij gaat met dochter Inge wekelijks naar de schilderclub op de dinsdagavond. Ik vind dat ze erg verdienstelijk werk levert. De kinderen kennelijk ook, want ze willen allemaal graag een schilderij van haar hand om thuis op te hangen. Ook bij ons hangt er een. Ze maakt er een wisselexpositie van bij ons thuis. José vindt in die hobby een echte uitlaatklep voor haar ongebreidelde creativiteit, die zelfs zo ver gaat dat ze mij onderwijst en vooral helpt bij het maken van surprises bij voorbeeld. Ik heb immers twee linkerhanden.
Maar dat is voor mij geen reden om ook zelf niet een aantal hobbies te hebben. Passief is dat NAC kijken op tv. Of dat nou eredivisie is of ‘Juup’. Actief schrijf ik boeken en ben ik zowat dagelijks bezig met mijn genealogie. Dat geeft me erg veel voldoening. Ik vind elke keer als ik achter de computer kruip weer een klein stukje voor mijn puzzel over eeuwen van voorouders. 
Mijn tot nu toe laatste boek was er een over onze familie vanaf omstreeks 1100. Genealogie is geen stoffige hobby, zoals velen menen. Het houdt de geest scherp en ik houd (ik knipoog daarbij ook, maar dan naar dichter Willem Bilderdijk) mijn stelregel in ere: In het verleden ligt het heden, in het nu wat komen zal. Dat wil ik graag op de voet volgen. Ik heb ook boeken over andere onderwerpen geschreven, zoals ‘Oisterwijk meer dan vennen’; ‘Bladeren door Oisterwijk’ en in mijn jeugd ‘Het midden Oostenconflict’ en ‘Ruimtestof’ over de ruimtevaart. En er zijn er nog meer. Ik vind schrijven nou eenmaal gewoon leuk!   
(Bron: hobby nr. 1 van José: kleinkinderen; creatief werk van Oma José; Frans met zijn tot nu toe laatste boek over negen eeuwen Van Son.