vrijdag 25 december 2015

Donkere dagen voor Kerstmis…

De dagen voor Kerstmis worden traditiegetrouw ‘de donkere dagen voor Kerstmis’ genoemd.  Dat werd dit jaar voor onze familie onverwacht werkelijkheid. Twee dagen geleden, op 23 december stierf plotseling de Vader van Dineke en schoonvader van mijn broer Marco. Gisteren, 24 december werd de Oma van Ronald en Omi van Anouk en Youri dood gevonden. Dat overschaduwt dan echt ons familiefeest-bij-uitstek. Toch wordt het dan Kerstmis….. 
Ik ben voor mijn weekendbericht in het familiearchief gaan kijken onder het steekwoord Kerstmis. Wat ik daar vond, waren sfeerplaatjes. Foto’s van het kersttoneelspel uit 1957 met kleine Fransje (ik dus !) in de rol van Jozef op de lagere school. Want zo heette de basisschool toen nog. En een foto van kleindochter Anouk als schaapje bij de kerstmusical op school, een weekje geleden. Weinig veranderd dus. 
Ik vond ook nog een foto van onze, jaarlijks steeds veranderende, geïmproviseerde kerststal, vroeger thuis. Hij stond elk jaar op het kleine tafeltje in de woonkamer. Die foto komt uit 1970 en moet na 6 januari gemaakt zijn. De Drie Koningen staan immers al bij de stal en dat gebeurde pas vanaf het moment waarop het feest van de drie koningen werd gevierd. De kameel links op de achtergrond, pal achter een van de koningen die het traditionele goudkleurige kistje met wierook of mirre bij zich droeg. Een gipsen beeldengroep was het. Die werd een paar weken voor Kerstmis opgesteld, - meestal door mijn moeder-,  aan de voet van een mooie kerstboom met natuurlijk een piek, kerstballen en lampjes en chocolade-, schuim- en koekkransjes. Je mocht er één pakken en opeten als je tenminste een kerstliedje gezongen had…. 
Ik voel het nog als ik eraan terugdenk. Het was heerlijk behaaglijk binnen. We hadden nog een echte kolenkachel en die zorgde voor flakkerende vlammetjes achter een glazen ruitje en dat gaf een hele fijne sfeer. We hadden ook elk jaar 
Kerstontbijt samen. Meestal waren we dan al naar de Nachtmis geweest en hadden daarna al kunnen proeven van de zelf gebakken worstenbroodjes, om vervolgens moe maar voldaan nog een paar uurtje naar bed te gaan. 
’s Morgens bijtijds eruit, want iedereen zat in ‘zondagse kleren’ aan tafel voor het Kerstontbijt, eerste hoogtepunt van Eerste Kerstdag.
Mama kookte altijd extra lekker, zo vonden wij, voor de Eerste Kerstdag. Het was altijd gewoon aardappelen, groenten en vlees. Meestal rollage of heerlijke varkenshaasjes. Op de achtergrond klonk tijdens het eten de muziek van de langspeelplaat, die werd opgezet op de pick-up. Uiteraard een met kerstmuziek. Toen kon je praten van de echte kerstsfeer. Toen was het centrale woord niet enkel ‘Vreetfeest’, wat nu in toenemende mate wél van toepassing is. 
Na het ontbijt togen we –traditiegetrouw- op de fiets naar Oma en Opa Hollanders. Papa werd door opa al snel aan tafel gevraagd om samen met de mannen te gaan rikken. De vrouwen kropen in de stoelen in de voorkamer om samen over koetjes en kalfjes en vooral ook de kinderen te praten. En wij? Wij zaten op de bank keken met spanning naar de mooie kerststal en boom. 
Er hingen grote chocolade ballen in en op elke bal was een gulden geplakt. Op zeker moment zei Oma dat we mochten zingen. Eén voor een zongen we een kerstliedje om vervolgens een chocoladebal uit de boom te mogen pakken. Voor ieder één; compleet mét gulden. Er was altijd bowl. Oma maakte die zelf. Ook dat was traditie en meestal was er een stuk kerstkrans en natuurlijk ook zelfgebakken cake. Voldaan konden we rond ’n uur of twee terug naar huis fietsen. Ik denk nog met plezier terug aan die tijd en zou er nog uren over kunnen praten. Verhalen genoeg! 
Anno 2015 staat er ook bij ons een mooie kerstboom. De kleinkinderen kijken hun ogen uit. Het programma én de sfeer zijn ten opzichte van mijn jeugd enigszins veranderd. Wij en ook onze kinderen en kleinkinderen kunnen nu niet meer naar mijn moeder. Er is van de kant van mij geen Ma, Oma en Omi meer. Zij stierf op 22 mei dit jaar. De moeder en Oma voor onze kinderen van de kant van José stierf al op 2 januari 1994. Haar vader heb ik zelfs nooit gekend. 
Toen ik gezellig met José samen kerstontbijt had, moest ik na de 2 verdrietige berichten nog even aan mijn ouders denken. Ons Ma zorgde vroeger vaak voor de gezelligheid thuis. Papa werkte vooral maar was er altijd voor ons. Hij stierf plotseling al op  1972. Veel te jong…. 
Oh ja, voordat ik het vergeet. Voor jullie nog Prettige Kerstdagen en maak er dan gelijk ook maar een gezond en gelukkig 2016 van. Dat voor iedereen de echte wensen uit mogen komen……
( Familiearchief f.van son: kerstspel 1957 Fransje; kerstmusical 2015, Anouk; kerststal 1970; kerstmis 2013 en kerstsfeer 2015).







zaterdag 19 december 2015

Gewoon beschermd…

Toch vreemd als je terugkijkt op dingen die vroeger heel gewon waren. Het was zo’n heel andere manier van leven. De rol van de kerk was groot. Veel te groot als je het mij vraagt. Meneer pastoor kwam doodgemoedereerd vragen of er nog geen 'kleine' op komst was, als je twee jaar of meer getrouwd was.
Dan heb ik het over de jaren 50 van de vorige eeuw. Krap 65 jaar geleden. Waar bemoeide die man zich mee….
Maar er waren ook dingen waarvan je op zijn minst het gevoel had, dat je er werkelijk beter mee af was. Het kleinood dat zo'n idee vorm gaf, was een ‘scapulierke’, een klein medailleachtig metalen schijfje met een oogje eraan. Beeltenis Maria en een tekst op de rand. Dat droeg je aan een kettinkje om je hals als meisje of als jongen met een klein veiligheidssluitspeldje op je hemd ter hoogte van je hart. Heel veel katholieke mensen hadden dat. Of je nu baby was of bejaard. Zo’n scapulier van “Ons Lievrouwke” was de optimale bescherming. “Dan zorgt Maria goed voor jou”, vertelde mijn moeder. Zij zal dat zonder twijfel van haar ouders meegekregen hebben.
Zo’n scapulierke zoals wij het noemden, werd uiteraard eerst gezegend in de kerk. Want zonder die zegening was de werking niet gegarandeerd, vond de kerk. Wisten wij veel. Het 'scapulierke' maakte deel uit van de Maria-verering die al eeuwenlang in Brabant hoogtij viert. En nog steeds! Mijn moeder die op 22 mei dit jaar op 91 jarige leeftijd stierf, had zo lang ze kon een klein brandend waxinelichtje bij het Mariabeeldje op haar kamer staan. Een beeldje dat ik van haar geërfd heb. Ik heb bij haar spullen ook een kaartje van haar zus gevonden, die kloosternon was. Op de voorkant een beeltenis van Maria en achterop de tekst ‘Onder Maria’s moederzorgen, weet ons gezin zich veilig geborgen’.
Je mag het van mij allemaal best onzin noemen daar wordt ik niet warm of koud van; maar ik ben ervan overtuigd dat Maria mij op diverse moeilijke momenten in mijn leven heeft geholpen en de weg gewezen. En dat vind en ervaar ik nog steeds. Gelovig en kerks ben ik al lang niet meer. Of zoals een bevriend iemand zei: “Ik hou van Maria, maar ik heb niks op met haar grondpersoneel”. Ik dus ook totaal niet meer.
Ik heb in m’n archief een paar scapulierkes en vond bij mijn stamboomonderzoek dat er ook in 1439 al een voorouder veel met Maria ophad. Op 2 juni 1439, direct na de hoogmis, kwam in het koor van de oude kerk bij het Hagelkruis in Tilburg een aantal gelovigen bij elkaar onder wie de priester Aert van Sonne (de zoon van onze Jan!). Doel: het stichten van een Maria-altaar. Vijftiende eeuw dus.
Tegen de verdrukking en ontkerkelijking in, is de Maria-verering in Brabant gebleven. Overal in dorpjes en steden, maar ook op het platteland, zie je nu nog Mariakapelletjes. Mensen uit de buurt onderhouden meestal zo’n kapelleke. Zij, maar ook voorbij fietsende en wandelende mensen, houden er soms even halt om een kaarsje op te steken en voor een moment van rust. De kerken lopen al enkele decennia lang leeg, maar de Mariadevotie bleef. Ik kan me herinneren dat wij – toen ik kind was- zo nu en dan vanuit Breda naar Meerseldreef fietsten of ‘s-Hertogenbosch. In Meerseldreef was het steevast ‘een kaarsje opsteken’ bij de Mariagrot, voordat we bij de paters in de speeltuin aan de overkant mochten spelen en een ijsje toe kregen. Bij een bezoek aan Den Bosch was het steeds hetzelfde ritueel. Na het winkelen gingen ook wij met onze kinderen altijd even de eeuwenoude St.Jan binnen, naar de Mariakapel. Een klein waxinelichtje opsteken. Dan pas naar de fietsenstalling om de fiets te pakken en weer naar huis te fietsen.  Misschien wat raar als we er nu op terugkijken. Maar je vond dat toen in elk geval prettig. Het gaf je een vorm van zekerheid. Zekerheid waar in onze tijd steeds meer mensen naar op zoek zijn.........
(Bronnen: familiearchief f.van son: Het ‘schapulierke’ dat wij op ons hemd droegen (1960).
Algemeen Archief Tilburg, bundel Tilburg II, nr 71, GAT boek no 9: Fundatio Altaris Beatae Mariae, opgemaakt door notaris Nicolaas Jungelinx, priester d.d. 2 juni 1439. Het stuk in het archief van de abdij van Tongerlo is een kopie, door notaris Peter Scheelen; Mariakapel St.Jan Den Bosch (Foto: http://helderheden.nl/tag/st-jan-den-bosch/) en Maria-verering. en eigen ervaring (fvs)).




zaterdag 12 december 2015

De beste medicijn!

Een uitgebreid weekendbericht deze keer. Excuses. Kan even niet anders.
Het gaat me momenteel wat minder. Ik haal uit het lesgeven niet meer die energie die ik er tot in het vorige schooljaar nog wel van kreeg.  Gewoon een degelijke lesboer zijn, is kennelijk niet meer voldoende. Maar dat niet alleen. Ik érger me zelfs zo nu en dan aan en op school. 
Er komen steeds meer aanpassingen en veranderingen als gevolg van mijns inziens vooral de waan van de dag en doorgedreven getheoretiseer. Neem nu een strategisch beleidsplan of – zoals je wil- misschien rtti, een toetssysteem waarmee vooral de mensen die het bedacht hebben, veel geld verdienen. Bij dergelijke dingen wordt er steeds meer aan voorbij gegaan, dat er in de praktijk langzaam maar zeker nog vrij weinig echt op rolletjes loopt. Als het theoretische plaatje maar klopt, lijkt het en als het maar gelikt op papier staat, eventueel met dank aan een speciaal ingehuurde professionele tekstschrijver. Kassa! 
Keer op keer klinkt door de luidsprekers dat “we ertoe doen”. Er wordt gerekend op bevlogen medewerkers. Terecht! Maar zorg er dan ook voor dat de randvoorwaarden aanwezig zijn, om dat bevlogen gevoel niet enkel op papier, maar ook in de praktijk waar te kunnen maken. 
Een voorbeeld? Zorg eens voor kleinere klassen, zodat de leerling ook ‘in het echt’ en niet enkel op papier, die toegezegde ‘persoonlijke aandacht’ kan krijgen. Docenten willen wel…… Papier is geduldig en je over die wollige teksten vol gemeenplaatsen, (-die op elke school van toepassing zijn-), op de borst kloppen, is uiteindelijk dodelijk als de praktijk niet naadloos op de theorie kan worden gelegd.  Zeg nu niet eens enkel theoretisch A maar voeg ook de B van de praktijk toe. Regel wat werkelijk nodig is in het belang van leerlingen en medewerkers. Niet wat lekker bekt of op papier staat.  Juist het ontbreken van die vaak onontbeerlijke randvoorwaarden geeft mij niet meer dat prettige gevoel dat ik had. 
Er zijn op zulke momenten gelukkig nog collega’s die er ook in het echt ‘toe willen doen’. Collega’s die willen aanpakken en waarmee daarnaast ook een leuk en gezellig gesprek (-al is het maar over koetjes en kalfjes-) nog mogelijk is. Mijn school, waarop ik o zo trots wil zijn, is dat voor mij nu even wat minder. 
En dat terwijl er onder mijn collega’s zo bleek nog onlangs, prima ideeën leven en opborrelen als we zo maar even een drie kwartier samen met de teamleider na kunnen denken over hoe het ook in de praktijk allemaal beter kan en zou moeten. Waarom boren we toch niet de vele talenten van de collega’s aan. Succes verzekerd! Zonder dagen op de hei of ‘studiedagen’. Dat bespaart dure ‘derden’ die in veel te veel gevallen een plaatje uit de kast halen dat op diverse scholen van toepassing is. 
Een gemiste kans. Doodzonde! 
Ik zie het ‘resultaat’ van onze ‘nieuwe’ strategie al aan de horizon: “We drinken een glas, doen weer een theoretische plas en we gaan in de praktijk door zoals het was”. Leerlingen verdienen beter; leraren ook. 
Gelukkig heb ik voor de balans van elke dag thuis wél nog dat positieve gevoel dat geleverd wordt in de vorm van afspraak is afspraak; duidelijkheid; zekerheid; regelmaat; werkelijke communicatie; er werkelijk ook toe kúnnen doen en niet te vergeten de broodnodige gezelligheid. 
Als ik dan in de weekenden of na werktijd op mijn stoel, op de bank of aan tafel zit, dan kan ik genieten van de kinderen en kleinkinderen, voor wie José bijna dagelijks onvermoeibaar zorgt. 
Daarnaast kan ik gelukkig nog volop energie putten uit mijn hobby’s, die mij laten wegtrekken uit mijn steeds vluchtiger wordende werkmaatschappij waarin echte communicatie langzaam maar zeker veelal slechts nog via digitale weg verloopt of gewoonweg achterwege blijft. Die hobby’s zijn mijn indringend genealogisch onderzoek dat nu al zo’n kleine 35 jaar loopt en niet te vergeten ook mijn tropisch aquarium. 
Die genealogie betekent voor mij veel lees- en aanhoudend studiewerk in bronnen en literatuur vanaf circa de elfde eeuw. Veel overleg en toetsing van hypotheses. Ik schreef eerder al mijn boek over Negen eeuwen Van Son, dat keurig gedrukt in een kleine oplage verscheen. Maar daarmee stopte mijn werk niet. Ik discussieer nog steeds uitvoerig mee op diverse forums en stukje bij beetje, soms tergend langzaam, vallen de historische puzzelstukjes op hun plaats. En dan niet te vergeten de gemeentepolitiek. Ook daarin ben ik actief. Dat alles geeft me een heerlijk ontspannen gevoel!
Zo af en toe kijk ik ook naar mijn aquarium in de woonkamer. Kleurige vissen trekken daar hun baantjes, verstoppen zich zo nu en dan tussen het groen en af en toe gaat er ook eens eentje dood. Jammer, maar goed dat er schepnetjes zijn…..  Om de paar weken helpt José me bij het schoonmaken, verbeteren van de waterkwaliteit en het opschonen van planten die soms wat al te veel woekeren. Er komt heel wat bij kijken om in zo’n aquarium een zo goed mogelijke biotoop te maken en te houden waarin vissen en planten zich op hun gemak voelen. Soms moet er wat carbo bij, fosfor of nitro, dan weer eens een paar druppels ferro, speciaal voor de planten. 
Eigenlijk kan ik soms rustig kijkend wegdwalen en nergens aan denken. Wat heerlijk om niet constant bezig te moeten zijn met papieren dingen, theorie en dagdromen die anderen zo belangrijk lijken te vinden, zonder zich ogenschijnlijk concreet rekenschap te geven van wat nodig is of zou kunnen zijn voor de werkvloer en leerlingen. Je zou ook daar willen hopen op een goede biotoop waarin docent en leerling zich werkelijk thuis, gestimuleerd en veilig zou voelen, zonder gemeenplaatsen in taalgebruik. Stop. 
Ik geniet momenteel liever verder van zo’n heerlijk moment van rust. Het is tenslotte ook nog weekend……...
(Bron: familiearchief f.van son:kleinzoon Cas eet na een dag spelen samen met mama bij oma en opa, aquarium en genealogie 2015). Momenten van heerlijke ontspanning). 







zaterdag 5 december 2015

Een heerlijk moment…..

Ik ben er eens even voor gaan zitten. Het is vandaag 5 december. Bij ons komt de sint niet vandaag. De kleinkinderen zijn al op 20 november bij oma en opa geweest omdat Sint en Zwarte Piet ze hadden uitgenodigd om cadeautjes uit te pakken. Mijn gedachten en vooral herinneringen gingen terug naar mijn jeugd. Wat herinner ik me nog van die vijfde december?
Als kind kropen wij samen bij de arme kolenkachel om liedjes te zingen voordat we naar bed gingen. Je mocht je schoen zetten vlak voor de kachel. Niet elke dag natuurlijk. Met een bakje met water en een winterwortel voor het paard en een sigaar voor Zwarte Piet. Het liefst ook nog met een mooie tekening erbij voor de Sint en een lijstje van de cadeautjes die je vroeg. Leuke cadeautjes, geen peperdure dingen die anno 2015 in de speelgoedboeken worden aangeprijsd met schreeuwerige teksten als ‘Nu slechts Euro 215,95’....
Wij vroegen toen een boek, een bordspel, autootjes, een chocoladeletter en een vierkleurenbalpen en mijn zussen een poppenbedje met pop en aankleedkleertjes voor de barbies. Bij ons was dat ‘fleur’, de iets minder prijzige versie van die popjes.
Toen ik wat ouder was kwam de echte Pelikan vulpen met mijn naam erin gegraveerd. Een waardevol bezit! 
Als we op die 5e december dan ’s morgens wakker werden, dan was het een bende beneden. Cadeautjes in een hoek van de kamer en er was duidelijk geknauwd van de winterwortel en er algen stukjes in de bak met water; de sigaar was half opgerookt en de as lag gewoon op de grond. Zwarte Piet had duidelijk haast gehad. Logisch, want hij moest bij zoveel kinderen cadeautjes brengen..
Dan was het uitpakken geblazen en na veel aaaahhhs en oohhhhs ging iedereen blij met de cadeautjes spelen. Ik was ook blij voor mijn zussen en broer. Want ook zij hadden gekregen wat op hun lijstje stond. Je mocht nog er niet teveel opzetten, want dat was hebberig, zo vertelde mijn moeder. En kinderen die hebberig zijn, die krijgen niks! Nou dat risico wilden wij ècht niet lopen…..
Ik ben van mij zesde tot mijn achttiende misdienaar en later acoliet geweest. Het Heilige Roomse Leven. We zaten ten slotte aan het eind van de jaren vijftig, begin jaren zestig van de vorige eeuw.
Ik “diende” de mis bij de zusters van het gasthuis op de Haagdijk in Breda. Bij pastoor Bijnen, of pastoor Merkelbach. Daar mochten we –uiteraard na de mis- ook “de schoen komen uithalen”. Kosteres zuster Matthea had in een van de grote ontvangstkamers jaar in jaar uit een groot wit damasten tafellaken op een reuzentafel gelegd. Met rode lintjes waren er vakjes gemaakt en in elk vakje lag een kaartje met de naam van de gelukkige; prachtig gecalligrafeerd. Want dat konden die zusters wel.  In jouw ”vak” lagen dan cadeautjes. Een grote speculaaspop, een mooie balpen met inscriptie; je naam uiteraard! En nog wat kleine cadeautjes en chocolade muntjes in een netje.
Als je dan ‘dankuwel Sinterklaasje’ had geroepen, nam je de cadeautjes mee om ze zo vlug mogelijk thuis te laten zien. Bij het bedrijf waar mijn vader werkte, kwam Sinterklaas ook. Dat gebeurde in zaal Concordia in Breda. Dat was nogal niet spannend ook. Ook daar kleine cadeautjes en een feestelijke middag.  De verjaardag van Sint Nicolaas was toen nog een echt feest. Zonder dat gezever van nu over Zwarte Piet. Zonder ontevreden gezichten als de cadeautjes iets te klein waren naar de zin.
Het was lang donker en de gordijnen waren dicht. Het was altijd gezellig in de huiskamer en ’s avonds werd er natuurlijk samen met papa en mama met een van de bordspellen gespeeld. Met ranja op tafel en een chocolade letter of een bakje pepernoten. Voldaan en tevreden kon daarna iedereen naar bed. Heerlijk die Sint Nicolaas toen. Ik ben mijn ouders nog altijd dankbaar. Uiteraard hebben José en ik het Sint-stokje overgenomen. Gelukkig zien we in onze herinnering nog altijd de tevreden gezichten voor ons. Eerst toen onze kinderen nog klein waren en de ‘rommelpiet’ jaarlijks de hele kamer overhoop haalde. En nu bij onze 8 kleinkinderen. Een warm gevoel…………
(Bron: familiearchief f.van son; Sint Nicolaas: mijn zus Lieke op surprisemiddag van de kleuterleidstersopleiding toen ze stiften kreeg; Pieter was zo trots op zijn bal, dat hij zich speciaal in zijn voetbaltenue hees; Peuter Tommy poseert blij op zijn tractor; kleinkinderen bij oma José om cadeautjes uit te pakken).






zaterdag 28 november 2015

Ons harige maatje…

Ik weet eigenlijk niet of jullie hem wel kennen. Misschien staat hij stiekem op een van de eerder gebruikte foto’s op mijn blog, maar dat kan ik me eigenlijk niet voorstellen.
Het gaat over onze Croky. Onze kater, of eigenlijk gezegd de kater van José. Want zij kreeg hem ter gelegenheid van een eerdere verjaardag. Eigenlijk als opvolger van onze Sheeba, met als koosnaam Siepke, die op zekere dag goeiendag kwam zeggen en de poort uitliep. Even later werd ze onder een geparkeerde auto naast ons dood gevonden. En ook niet te vergeten onze kleine katertje Noppes, die liefkozend ‘kleine jongen’ werd genoemd. Ziek vanaf de geboorte. We hebben hem niet zo lang mogen hebben, helaas.
Wij houden wel van dieren. Naast de poes en katers, hadden we vroeger onze Mechelse herder Colin, later een bouvier Tippel en een tropisch aquarium vol met vissen. Het kijken alleen al naar die kleurige bak maakt iemand rustig. Ook hadden we zebravinkjes en parkieten en dergelijke.
Onze Croky is een geval apart. Hij moet bij het gezin waar hij vandaan kwam, wel ontzettend geplaagd en gesard zijn. Zodra de kleinkinderen bij ons komen, gaat Croky het liefst naar buiten of naar een apart kussentje op de zolderkamer. Hij moest tot voor kort niet zo veel hebben van kleinkinderen die achter hem aanlopen om hem te strelen. Die kat kreeg alleen daarvan al angstvisioenen van aan de staart trekkende kleine dribbelaars, die hij uit een eerder leven kende.
Nu gaat het een stuk beter. Als Cas, de kleinste, er is, dan komt hij er gerust naast zitten, als wil hij hem beschermen. Cas volgt met zijn oogjes Croky overal waar hij gaat. Youri mag dicht bij Croky komen en hem aaien. Hij blijft dan zelfs staan, inmiddels in de wetenschap dat dat kleine mannetje niks kwaads in de zin heeft. Bij Anouk en bij Emma gaat zelfs de staart recht de hoogte in tegenwoordig. Zij mogen hem aaien en hij laat duidelijk merken dat hij daarvoor te porren is. 
Zo’n kat heeft een luizenleventje. ’s morgens vroeg als José onder de douche gaat, is hij wachtend voor de douchedeur te vinden. Als het naar meneer zijn zin wat lang duurt, gaat hij miauwen. Hij wil onderhand wel eten. Meneer is immers ’s nachts de hort op…. 
Ik ga uiteindelijk naar beneden en hij loopt al miauwend voor me uit. Als ik zijn etensbakje gevuld heb en heb neergezet, gaat hij snel aan de slag om het leeg te eten. Daarna pootjes tegen de achterdeur, want dan wil hij even buiten in de tuin. Maar voordat je weer op je stoel zit, blikt zijn kop boven het kozijn uit en hij laat weten dat hij toch liever maar binnen is. 
De hele dag ligt meneer te slapen op de bank, krapt aan de krabpaal of zit hij achter de voorruit naar buiten te kijken naar al die smakelijke vogeltjes. Sinds kort kruipt hij boven op het aquarium en gaat daar rustig liggen; Lekker warm. Loopt het dan tegen vijven, dan kan hij niet meer wachten tot hij zijn eten krijgt en laat dat miauwerig weten, terwijl hij constant achter José aan drentelt. 
Na het eten kruipt hij op mijn stoel of op de bank en gaat weer liggen. Totdat wij naar bed gaan. 
Wat een leven. Maar ik moet zeggen: hij komt enkele keren per dag even met zijn pootjes tegen je aan staan om te laten zien dat hij er is. Toch leuk, zo’n huisvriend. 
(Bron: familiearchief f. van son: Siebke, Noppes, Croky en de kleurige bak.).





zaterdag 21 november 2015

Ouderwets? Nee toch!

Het 'heerlijk avondje' komt met rasse schreden dichterbij. 
Ik heb elk jaar ontzettend te doen met die oude man. Samen met zijn –uiteraard- Zwarte Pieten reist hij stad en land af om kinderen met cadeautjes te gedenken. Niets nieuws onder de zon. 
Toen mijn moeder nog leefde, nodigde zij met een speciale brief alle achterkleinkinderen uit om cadeautjes te komen uitpakken die Sint bij haar gebracht had. Ons ma genoot dan zienderogen van al dat jonge grut. Tot en met vorig jaar. Ze stond er op om ook alle kleintjes nog een keer van geschenkjes te voorzien. En iedereen was er. Ze kon op dat moment nog niet bevroeden, dat het de laatste keer zou zijn, tenminste dat zou je kunnen denken. Maar soms had ik toch wel het gevoel dat ze graag alles nog één keer wilde meemaken.
José en ik nemen dat stokje al jarenlang over. Zo lang we kleinkinderen hebben, komen Sint en Piet al jaarlijks cadeautjes brengen bij Oma en Opa van Son. 
Waar Omi voor worstenbrood zorgde, koppelen wij er soep en broodjes aan vast en genieten van de opgewonden gezichtjes van de kleinkinderen. Vol verwachting klopt hun hart. Oma weet precies hoe Sint Nicolaas denkt. Ze was immers niet voor niets een keer hulpsint. Ik heb de foto als bewijs er maar even voor je bij gezocht!
Gisteren was het weer zo ver. Er was in de brievenbus een paar dagen geleden al een brief gekomen bij de kleinkinderen. Ze werden vrijdag op etenstijd verwacht! Alles in rep en roer natuurlijk. En uiteraard was iedereen op tijd. Samen met de papa’s en mama’s.
Waarom Sint dat al op 20 november doet? Nou heel simpel. Hij heeft het veel te druk om ook nog eens bij Oma’s en Opa’s langs te gaan op 5 december. Bijkomend voordeel is dan wel, dat de spannende tijd voor de kleintjes doorbroken wordt. Ze krijgen nu al cadeautjes waarvan Sint en Piet weten dat ze er blij mee zullen zijn. Daarna is de tijd naar 5 december wat minder spannend. Zeker als je af en toe ook nog eens je schoen mag zetten! Niet iedereen durfde mee, toen er plotseling op de voorruit werd gebonsd. Maar de durfals vonden in de tuin de cadeautjes, die in zakken vol mee naar binnen werden genomen. Geslaagd met dank aan de buurman! 
Voor Anouk wachtte na gisteravond nog een spannende nacht. Zij was uitgekozen met enkele andere kinderen om Sint Nicolaas vanochtend te komen wekken en met hem en Zwarte Piet te ontbijten. Dat is pas spannend. Je zal de foto’s volgende week wel in het Langstraatje zien, vermoed ik. 
En Oma en Opa? Die hebben vrijdag in elk geval genoten. Het huis stond op z’n kop, maar de blije gezichtjes spraken weer boekdelen. Leuk om Opa en Oma te zijn!
(Bron: familiearchief f.v.son:  Oma José als hulpsint in haar jeugd. Sint bij Omi van Son, 2014) en Sint Nicolaas bij Oma en Opa van Son, 2015). 







zaterdag 14 november 2015

Wat bof ik toch weer........

Ik ben er net aan begonnen. Het Nakijkwerk. De eerste week schooltentamens zit er op. 
236 vierdeklassers hebben afgelopen donderdag het tentamen Maatschappijleer gemaakt. Ik mocht ook bij één klas surveilleren. Heerlijk rustig een uurtje zitten! Ik heb inmiddels na de zes lesuren in drie verschillende lokalen, gisteren,- zware tas meezeulend-; tussendoor een bezoekje aan de tandarts en de vrijdagse fysio,  tot nu toe zegge en schrijve twee klassen nagekeken en ik mag spreken van een ‘wisselend resultaat’ cijfermatig gezien. Veel vrij weekend zit er dus voor mij niet aan deze keer, terwijl ik daar elke week toch zo langzamerhand reikhalzend en smachtend naar uitkijk. 
Nee. Dit weekend is het nakijken geblazen. Om precies te zijn 236 tentamens met in totaal 7312 vragen, waarvan ik de antwoorden met mijn rode pen aan het bewerken ben geslagen. 
Het onderwerp is de multiculturele samenleving. Wel actueel dus!
Ik heb eigenlijk nog geluk. Want vrijdagavond was ik alleen thuis. José genoot met Elke en Meike van haar verjaardagcadeautje; een ‘aangeklede high wine’ in Breda. Of ik ze maar even weg wilde brengen. Ja natuurlijk! Daarna heerlijk alleen thuis om ongestoord na te kunnen kijken. Wat wil ik nog meer. En vandaag is José met de schilderclub naar het Kröller Müller in Otterlo bij Apeldoorn. De hobby van Anton en Helene. Dat betekent weer de hele dag alleen. Kijken hoe ver ik kom. Ik ben bang dat er dit weekend weinig tijd overblijft voor mijn echte hobby: de genealogie. Misschien dat ik morgen mijn aquarium samen met José nog even kan schoonmaken. Blijft even afwachten. 
Wat heb ik het toch goed…….. Ik hoef nog maar één week verder te kijken en dan staat de tentamenweek van de derdeklassers al weer voor de deur. De lessen van de vierde gaan dan natuurlijk ook gewoon door, net als afgelopen week die van de derdeklassers. Wat bof ik toch weer. Ik geef ook les aan alle derde klassen: basis, kader en theoretisch, inclusief de HTL-klassen. Ik heb nog niet geteld hoeveel leerlingen…………… en hoeveel vragen ik dan weer van commentaar moet voorzien. Geïnteresseerd in het onderwerp? ‘de opvoeding’. Nee. Breek me daarover de bek maar niet open. Opvoeding? Even niet aan denken……. En al zeker niet na de vliegramp boven Sinaï vorige week; een “top” tussen Europese en Afrikaanse leiders, waarna iedereen zich uiteraard weer niks aan de afspraken gelegen zal laten liggen. (Het lijkt school wel…) en dan Parijs gisteren. Inmiddels al 120 doden 200 gewonden waarvan 80 zwaargewond bij de zoveelste aanslagen van een aantal gehersenspoelde idioten. 
En de politici en iedere andere beslisser na dat alles? Wel, vooral voor de bühne logisch “geschokt” en verder strooiend met dure woorden. Maar in werkelijkheid vergaderen ze gewoon verder zonder resultaat. Zij drinken een glas, doen een plas en alles gaat weer, door zoals het was. Er is immers geen financieel-economisch gewin te halen. Ook dit keer niet. 
Wat zijn levens van onschuldige mensen eigenlijk nog waard? Wat leven we toch in een achterlijke wereld!
(Bron: familiearchief f.van son: nakijkwerk tentamenweken deel 1, 2015) 


zaterdag 7 november 2015

’t is weer achter de rug.

Hè hè, ’t is achter de rug. Wat kan één zo’n gebeurtenis toch een impact hebben.
Je weet nog wel. Youri, onze kleinzoon moest ‘onder het mes’ zoals we dat zo fijntjes noemen. 
Hij werd geholpen aan zijn neusamandelen en zijn welhaast chronisch ontstoken oortjes kregen buisjes. Onder narcose. Dat wel. Bijna iedereen was in rep en roer. 
Oma José zou met mama Meike en Youri meegaan naar het ziekenhuis. Het is immers toch altijd spannend als je met je kind naar het ziekenhuis moet. Daar weet José van mee te praten. 
Maar Youri moest er al om kwart over zeven zijn. Dat betekent dat José om tien voor half zeven ’s morgens al thuis werd opgehaald. En je begrijpt het al; samen met José zat ik om zes uur al een boterham te eten en een kopje koffie te drinken. 
Ik zou liever in zijn plaats onder narcose zijn gegaan, maar dat kan nou eenmaal niet. Ik was dan ook blij dat ik in de loop van de ochtend het bericht kreeg dat alles ‘goed was gegaan’. 
Youri zat alweer bij mama Meike op schoot te slapen. Hij was een ‘dapperheidsdiploma’ rijker. Intussen moest ook onze zoon nog naar het ziekenhuis. Misschien dat ze ook hem eindelijk kunnen helpen. Maar dat horen we pas later. En Cas, die kreeg weer eens de gebruikelijke spuiten in zijn beentje. Hij had er dit keer gelukkig geen last van. 
En José, die was weer aan haar dagelijkse beslommeringen bezig alsof alles geen energie kost. 
Als er één is die een standbeeld verdient, dan is zij het. Een vrouw, moeder en oma uit duizenden. Nooit is haar iets te veel. Nooit klop ik of klopt een van de kinderen of kleinkinderen te vergeefs bij haar aan. Nee. Dag in dag uit leeft zij voor een ander; is ze in touw om de verbindende schakel te zijn in ons gezin. Als ze kan zorgen, dan leeft zij. Dat mag ook wel eens gezegd worden, vind ik. 
Gisteren was ze jarig. Feest dus. Uiteraard waren de kinderen en kleinkinderen van de partij. Ook mijn broer Marco en Dineke en Rob en Yolanda kwamen de feestvreugde verhogen. Een erg gezellige avond. Even stond José in het middelpunt van de belangstelling. Iets dat ze liever niet heeft. Maar soms kan zelfs zij daar niet onderuit. Ze zal blij zijn dat ze over die zesde november kan zeggen, dat ook die weer achter de rug is. 
(Bron: familiearchief f.van son; Youri in het ziekenhuis 2015, Ons gezin rondom José op onze 40 jarige bruiloft).



zaterdag 31 oktober 2015

Druk, maar ontspannend!

Als je zo op je gemak naar de kleinkinderen zit te kijken, dan smelt je soms gewoon weg. 
Nee. Robyn zal echt niet gedacht hebben, laat staan erop uit zijn geweest om haar kleine neefje Cas te vermorzelen. Maar natuurlijk wilde ze Cas knuffelen. Ze kroop bijna bovenop hem en benam hem bijna zijn adem, maar dat was puur lief bedoeld. Robyn was toch juist met de poppen bezig. Leg je daar Cas in de buurt, dan vraag je er als het ware om. 
Een liggende guitige baby heeft twee gevolgen. Cas ziet andere kindjes, dus is stil en kijkt bijzonder geïnteresseerd naar wat er allemaal om hem heen gebeurt. Robyn op haar beurt gaat zo op in haar spel als poppenmoedertje dat ze zonder blikken of blozen doorgaat met waarmee ze bezig was. Ze heeft er op die manier immers een pop bij die ze ook kan vertroetelen. Cas krijgt natuurlijk een kus en een dekentje, want wie ligt, wil slapen….Niet dan?
En intussen loopt Youri met parmantige pasjes achter onze kat Kroky aan. Je ziet het beest denken; laat me met rust. Hele kleine kinderen en wat grotere zijn nou niet direct het lievelingsgezelschap van onze kat, en Youri, die is net op die leeftijd, dat je daarvoor beter kan uitkijken; al is hij er absoluut niet op uit om Kroky pijn te doen. Maar ja; weet die kat veel….. Voor je het weet aait hij tegen de draad in of steekt vriendelijk aaiend een oogje uit, zo zal het dier denken.
Als de kleintjes bij oma zijn - en dat komt nogal eens voor- , dan spelen de kleinkinderen over het algemeen leuk met elkaar en je ziet duidelijk verschil tussen de jongere en de wat oudere kleinkinderen. 
Daarvan kan Emma meepraten. Zij nam een tijdje geleden als zowat volleerde oppas met groot gemak en trots haar kleine neefje op schoot. En Youri er natuurlijk als de kippen bij om Cas –ondeugend lachend- de fles te geven. Emma wil af en toe graag zo eens in haar eentje bezig zijn; want wat moet je een hele dag met die kleinere neefjes en nichtjes. Ze wordt al echt een dame!
Vrijdag zijn we samen met ‘de grote meiden’ nog een dagje op pad geweest. Ter afsluiting van de vakantie. We bezochten Dé kinderdieren- en speeltuin Dierenrijk bij Nuenen. Een echte aanrader voor de kinderen vanaf 5 jaar; met binnen en buitenspeeltuin en heel veel (wilde) dieren die heel veel ruimte hebben en niet in ijzeren kooien zitten. Alleen jammer dat er  zo weinig wc’s waren!
 Je raadt al hoe ik me gisteravond voelde……
Zo’n weekje herfstvakantie is geen echte rust, maar je knapt er wel van op. Je hebt nu weer eens echt tijd gehad om iets voor jezelf te doen. Niet dat ik aftel, maar ik zie ook allerminst op tegen het feit dat in juli 2017 (dan pas!) mijn werkleven erop zit. Niet meer dat moeten, maar gewoon genieten samen met José. Bezig zijn met kinderen en kleinkinderen en mijn hobby’s. Ik kijk ernaar uit. Ik hoop dat mijn gezondheid wil meewerken, want ik heb er nog jaren zin in.
(Bron: familiearchief f. van son: kleinkinderen 2015, Robyn poppenmoedertje van Cas, Emma wordt al groot, Youri geeft Cas de fles, Emma, Renée, Anouk, Dierenrijk, Herfstvakantie).







zaterdag 24 oktober 2015

Niks is zo zielig als.......

Niks zo zielig al zieke kleinkinderen. Je zou het zo over willen nemen.
Donderdag was het voor Oma José weer de traditionele oppasdag. Mama Meike bracht rond half acht Anouk en Youri; Papa Pieter bracht Robyn even na achten. En natuurlijk miezerde het buiten! Oma moest immers met de kinderwagen Anouk naar school brengen. Youri in de wandelwagen, Robyn op het treeplankje en Anouk lopend naast oma. Zij is tenslotte al groot.
Maar je kon al zien dat het Anouk niet goed ging. Ze was rustiger dan gewoon; voelde zich niet zo lekker, maar ging uiteraard toch naar school. Ze is toch al een grote kleuter!
Eenmaal terug thuis bij oma was Youri hangerig en lastiger, zeg maar gerust chagrijniger dan normaal. Normaal -als het maar even kan-, dan lacht hij, als hij met zijn kleine beentjes door de kamer stiefelt op weg naar de rozijntjes, onder het uitroepen van 'die...die..... al wijzend met zijn vingertje. Maar donderdag waren die guitige oogjes van ons lachebekje er niet bij.
Hij had weer zo dag, waarop hij zich allerminst lekker voelt. Zo jong als hij is,  zo’n vijftien en een halve maand oud, heeft hij al meer de kamer van de huisarts, de huisartsenpost en ziekenhuizen van binnen gezien, dan menig leeftijdsgenootje. Hij piept en hij kraakt, want zijn luchtwegen zijn al tijden nog niet zijn sterkste onderdelen. Maar nu had hij duidelijk weer pijn aan zijn oortjes. En dat heeft hij óók al meer gehad. Mijn moeder –nadat hij opgeknapt zou zijn- gekscherend gezegd kunnen hebben: “Ge kant’em onderhand beter late overbakke”.
Gelukkig kwamen donderdagochtend Mama Elke en Cas even langs en klaarde Youri een beetje op. Hij kan zo lief zijn voor zijn neefje, net als Robyn. Cas was net weer wat beter. Het manneke werd ’s nachts wakker van zijn eigen hoestpartijen. En papa en mama natuurlijk ook……
Maar al snel viel Youri weer terug. Hij had duidelijk weer last. Gelukkig daagt er eindelijk licht aan het eind van de tunnel voor onze kleine man. Na ontelbare keren verkoudheid, oorpijn en even geleden daar bovenop een aanval van pseudokroup, mag Youri na alle artsenbezoekjes, koortsverlagende medicijnen en antibiotica in zijn amper zestien maanden jonge leventje, nou toch eindelijk naar het ziekenhuis. Ze gaan onder narcose zijn neusamandelen schaven en hij krijgt buisjes in zijn oren. Hopelijk helpt het. Misschien neemt dat alle ellende weg en kan hij er overheen groeien. Zou fijn zijn voor hem maar ook wel zo fijn zijn voor Meike en Ronald ook.
Zieke kleinkinderen; ik blijf het zielig vinden en weet zeker dat Oma en ik al lang wakker zijn als hij Youri op 3 november al om kwart over 7 in het ziekenhuis moet zijn, om onder narcose geholpen te worden. Het doet ons onbewust weer terug denken aan de tijd toen onze kinderen klein waren. Soms zat José halve nachten op om een van de kleintjes te troosten. We zijn bekend met oorpijn, verkoudheid, koortsaanvallen, piepende luchtwegen, ziekenhuis in en uit; buisjes, snotneusjes, T-buisjes en nog eens buisjes. Uiteindelijk heeft het geholpen.
Maar toch, je had het graag telkens zelf van ze overgenomen.
En onze Anouk? Ach; ook haar hadden ze donderdag te pakken. Zij kwam ’s middags ziek uit school. Kroop op de bank bij oma en viel in slaap; en dat terwijl ze toch een vriendinnetje had meegenomen om te komen spelen. Daar kwam niets van. Het meisje speelde dan maar met Robyn. Eten hoefde Anouk niet en ’s avonds moest ze overgeven. Ze bleef erg warm en papa Ronald en mama Meike besloten om na het eten van Oma’s heerlijke zuurkoolstamp, haar maar snel mee naar huis te nemen. Pieter en Robyn waren al weg.
Ik weet dat we er niets tegen kunnen doen, maar kleinkinderen zouden niet ziek mogen zijn. Ze zijn dan zo hulpeloos en ronduit zielig. Dat gun je ze echt niet, onze schatjes. En Emma, Renée, Daan en Joël, zul je zeggen; zijn die dan niet ziek. Kennelijk niet, anders hoorden we het zeker. Zou de lucht in Made en Oosterhout beter zijn? Ik kan het me niet voorstellen...
(Bron: familiearchief f.van son. Youri en Anouk, zieke kleinkinderen 2015).



  

vrijdag 16 oktober 2015

Houd die naam in de gaten !


Ik kan natuurlijk niet in de toekomst kijken; tenminste…. Dat vinden de meesten. Maar ik wil toch als Opa alvast wel even iets meegeven. 
Cas Wagenmakers. Onthoud die naam maar! Dat wordt een hele grote.
Hij wil er op dit moment nog niet veel over kwijt, maar voelde zich tijdens zijn eerste kennismaking met het binnenbad, als een vis in het water. Dat kon je alleen al merken aan zijn tevreden blik. Hij was helemaal in zijn element. Ook al zal hij er op dit moment nog weinig over kwijt willen.
Cas heeft voor het eerst in zijn leven laten zien dat het zwembad voor hem nu al gesneden koek is. Nog niet eens drie maanden oud was hij, maar je zag hem al wat minachtend naar de klok kijken.
Die 58,46 is als huidig wereldrecord van een of andere Zuid-Afrikaan op de honderd meter schoolslag is straks voor Cas een peulenschilletje. Noteer maar alvast. Op de foto’s kan je het zien. Met twee vinders in de….. Hij kent de zegswijze “met twee vingers in de neus, won hij”, daarom stopte hij ze alvast maar in zijn mond. Zo klein en dan al zo handig in het bespelen van de media….
Niet dat zijn ouders hem zullen pushen. Maar dat zal ook niet nodig zijn. ‘Wat Cas kan, kan Cas alleen’. Ik zie het al op de spandoeken staan. Cas gaat in de chloorbaden het kaf van het koren scheiden. Genoeg. Hij zal het zelf wel waarmaken. Daarvoor ken ik hem immers al goed genoeg.
Om kort te gaan: Cas heeft zijn eerste zwemuurtje in het binnenbad achter de rug. Samen met zijn Papa en zijn Mama. Want zo’n heuglijk familiemomentje moet je immers samen meemaken.
Het is maar goed dat een van zijn ouders de handen onder hem hield, anders zou hij zonder twijfel met zijn beentjes al weggepeddeld zijn. Er zullen weliswaar nog wel wat trainingsuurtjes nodig zijn, maar het begin is gemaakt. Kijk die koele blik maar eens als hij op papa’s arm zit. Hou onze Cas maar in de peiling! Oh ja. En wij, José en ik, zijn dan wel de trotse oma en opa van deze kanjer. Onthouden dus.
(familiearchief f.van son: eerste zwemuurtje voor Cas in het binnenbad, oktober 2015).