dinsdag 31 december 2013

Het 'Aude Goet' Broechoven

Wouter Bac die omstreeks 1220 werd geboren, trouwde met Gertrudis. Naast dochters kregen zij ook twee zonen. Over zijn zoon Arnoldus, ‘Arnt geheeten Berthout Bac van Tylborch’ (Arnoldus dictis Berthout Bac) heb ik het al gehad. Hij was de leenman. Belangrijker voor ons is zijn tweede zoon, Wouter. Wouter Bac wordt geboren tussen 1250 en 1270 in Tilburg of Moergestel. Hij sterft op tamelijk jonge leeftijd tussen 27 december 1309 en 1315. We leren onze voorvader, zoon van Wouter en getrudis, broer van Arnt, uit akten beter kennen als Wouter Bac van Baescot. Hij kreeg die toevoeging achter zijn naam omdat hij ‘gegoed’ was (=vermogend of bemiddeld vanwege bezittingen) in Baescot, een buurtschap bij Diessen. Baarschot ligt ook nu nog als klein gehucht in de buurt van Diessen. Misschien woonde hij er zelfs ook. We weten dat Wouter eigenaar was van land dat we kennen als het ‘Aude Goet (‘Antiqua Bona’) Broechoven.














Het ‘aude goet’ Broekhoven strekte zich oorspronkelijk uit van Broekhoven in Tilburg in het noorden tot Baarschot in het zuiden en omvatte behalve Broekhoven ook Biest-Houtakker, Westerwijk (‘de Westrik’), Haghorst en Diessen. Tot het uitgestrekte ‘oude goet’ hoorden een mansio, huis of hof, al dan niet omringd door een wal of gracht en verbonden met een of meer aangrenzende hoeven. Het bijbehorende land wordt omschreven als zaailand van 7 mud rogge en 7 bunder wei.
Dit ‘Aude Goet’ was en bleef steeds eigen bezit van de familie Bac en later van de familie Van Broechoven. Het was dus geen leen. Het is ook nooit aan de Hertog van Brabant overgedragen. De mansio groeide later uiteindelijk uit tot een omwaterd kasteel dat tot in de 16e eeuw eigendom bleef van het nageslacht van Wouter (jammer genoeg niet van onze rechtstreekse familielijn; maar van de rijke tak!). Die lijn heet dan inmiddels geruime tijd Van Broechoven. Het kasteel stond ongeveer op de plaats van het huidige Elisabethziekenhuis in Tilburg. In het kohier van de honderdste penning van 1569 wordt Huis Broekhoven, duidelijk omschreven als: “een steenen huys, brauwhuys, stallingen, poorte ende andere zijne toebehoorten in alder vuegen zoe tselve met hove ende boomgarden omgraven ende omwatert is”. In juni 1581 werd kasteel Broekhoven door de Staatse troepen belegerd en volledig verwoest. Terug naar Wouter Bac van Baescot. Met wie hij getrouwd was, weet ik helaas niet. Eén genealoog spreekt op het internet van “van Goerle”. Maar zonder bewijs. Geen mij bekende bron geeft daar tot nu toe het antwoord op. Wel weet ik dat Wouter 4 zonen had: Willem, Johannes, Gerardus en Henricus en ook nog twee dochters, Luytgardis en Katharina. Hij sterft in elk geval na 27 december 1309, want op die datum draagt Wouter zelf de oude goederen van Broechoven (‘Antiqua Bona’ genoemd in akten), over aan zijn oudste zoon Willem.
(Bronnen:
-Mansio komt van het latijnse mansus. Afhankelijk van het plaatselijk landmatenstelsel heeft de mansus een oppervlakte tussen de 10 à 15 hectare. Een mansus omvatte zoveel land als de mansionarius en zijn familia kon bewerken. (uit nl.wikipedia.org/wiki/mansus).
-Schepenen van Oisterwijk, (1309, 27 december). Overdracht ‘Antiqua Bona Broechoven’. Afschrift: Abdij Tongerlo, Cart. A fol.  201v-201r,(14e eeuw, naar het origineel). (Camps 808) 
-Kaart van Tilburg 1890, Hendrik Verhees (via Hans van Broekhoven).

zondag 29 december 2013

Leenman van de Hertog

Arnoldus Bac of beter Arnt, geheeten Berthout Bac van Tylborch (‘Arnoldus dictis Berthout Bac’) was de broer van Wouter Bac van Baescot, onze voorvader. Hij was leenman van de Hertog van Brabant. 
Hij woonde in 1312 met zijn gezin op “’t Goet Inthout of Eynthoven” bij Tilburg. In het leenregister van Strick wordt dat leen als volgt duidelijk omschreven: ’t leen geheijten ‘tGoet tEynthoven of Inthout mitten toebe -hoirten tot Westilborch (=Tilburg) ghelegen, groot tsamen in heijden, weijden en ackerlande omtrent negen mudsaads lant aen dbroeck ghelegen met terzijden westweerts aen den ghemeijnen metter ander seijde noortwaerts aen de gemeijne straete item noch daertoe vier mudsaet lands aen dbroeck ghelegen met ter zijden westweert aen den ghemeijnen wegh, die over Bacxdijk te Bekeweert ende wederomm vandaer te Tolborg weert gaet. Ene mitter ander zijden oistweert bij de erfenissen Hendrick Leijten kinderen ende daetoe noch tiendelken tot Ghorp ghelegen van ene mudde rox luttel min of meer”. 
Zo werd dat in die tijd omschreven en vastgelegd in de registers van de Hertog. Arnt was leenman. Hij had een stuk land van de Hertog van Brabant in leen. Hoe werkte dat, zo'n leen ? 
In de vroege middeleeuwen zochten veel mensen bescherming bij iemand die hen kon beschermen. Dergelijke machtige mensen zaten zelf ook om hulp verlegen; mensen die aanvankelijk voor hem wilden vechten, maar later ook mensen die op zijn land wilden werken of ander werk wilden opknappen. Wilde je die hulp wel geven, dan werd je vazal of leenman genoemd. De heer moest de vazal beschermen en hem in staat stellen om in zijn onderhoud te voorzien. Daarvoor hadden zij iets bedacht. De vazal kreeg een ‘beneficium’. Dat was in veel gevallen een stuk grond! Dat had immers waarde. Met de opbrengst van het land kon de vazal namelijk in zijn onderhoud voorzien. Behalve met land kon de Heer zijn vazal ook belenen met rechten, zoals het recht belasting te heffen,  het recht om recht te spreken, om te mogen jagen in de bossen en landerijen, of het recht om te vissen en om de tiende te heffen, een soort belasting op de opbrengst van het land. De leenman kreeg dus vaak land in leen en daarvan werd een akte opgemaakt. De akten werden in de begintijd gewoon door de Heer bewaard. Later kwamen de leenregisters waarin lenen en opeenvolgende “eigenaren” werden genoteerd.
(Bronnen: 
Latijnsboek met de aantekening van Arnoldus en het leen Inthout in Westilborch, het huidige Tilburg: op folio 1 verso:1. Arnoldus Berthout (Bac), apud Inthout ultra Venne in Westilborch XV libras annuatim. [Later] Johannes, filius suus, [tenet of retro]’ (f.1v, p.3, nr 4). 
Rijks Archief Noord Brabant; Leenregister Strick: De Beschrijving van het leen ‘tGoet Inthout of Eynthoven’ bij Tilburg.).

donderdag 26 december 2013

Was Wouter IV Berthout familie?

Ik sta even stil bij Wouter IV Berthout, voogd van Mechelen. 
Misschien is hij familie! Zijn ouders waren Wouter Berthout III en zijn vrouw Sophie. Woutertje wordt geboren op 15 mei 1180 in Mechelen. Berthout-kenner bij uitstek, Croenen, houdt het in zijn alom gewaardeerde boek bij de periode waarin Wouter(of Walter?) in akten wordt vermeld. Dat is tussen 1219 en 1243. Wouter is gestorven op 10 april 1243. Diverse bronnen houden die overlijdensdatum aan. 
Wouter nam deel aan de 5e Kruistocht naar Damiate in Egypte. Hij kwam daar samen met Franse edelen, maar op 27 januari 1220 heeft hij Egypte al weer verlaten. Volgens de officiële lezingen trouwde Hij met Adeloia van Edingen (Adeline d’Enghien), dochter van Engelbert van Edinghe en Ida van Avesnes. (Edinghe ligt in de Belgische provincie Henegouwen). Van het paar worden zes kinderen gemeld: Wouter, Hendrik, Jacob en Gillis en dochters Sofie en Katherina.
Wouter IV zou nog een 7e kind hebben gehad; een dochter. Hoe die heette, dat is helaas (nog) niet bekend. Op het internet wordt bij vrijwel alle betrokken genealogen desondanks een huwelijk vermeld van ene Arnold Bac (onze voorouder!) met een onbekende ‘Dochter Berthout’, mogelijk een (buitenechtelijke) dochter van Wouter IV Berthout van Mechelen. De leden van de omvangrijke familie Bac in de regio Tilburg van de 12e  tot aan de 14e eeuw, zijn ministerialen van de Hertogen van Brabant. Daarmee is er sprake van een aanzienlijk standsverschil met de ridders van de familie Berthout. Je zou er daarom wel haast van uit moeten gaan dat een eventuele huwelijksband tussen de familie Bac en de familie Berthout vermoedelijk slechts via een buitenechtelijke dochter zal hebben gelopen. Het kan natuurlijk ook, dat de Berthouts zich door zo’n huwelijk dichter tegen de Hertogen van Brabant aan wilden vlijen. 
In die tijd was afkomst erg belangrijk. Maar ondanks alle genealogische vermeldingen is er tot op heden geen enkel bewijs voor dat huwelijk van Arnoldus Bac en een dochter van Berthout gevonden. (Al wordt in een tak afstammelingen van Arnold Bac wel de toevoeging Berthout gebruikt). Waarom alle genealogen hardnekkig het huwelijk blijven vermelden, is niet zo heel vreemd. Er is een geschreven bron van en tijdgenoot van Wouter, die mogelijkheden biedt. 
The Foundation for Medieval Genealogy schrijft dat Wouter IV Berthout 4 zonen heeft: 1.Wouter, 2.Hendrik, 3.Egidius (Gilles) en 4.Arnold (dat moet volgens Croenen 'Jacob' zijn!). Bij 5. schrijft de foundation: ‘daughters’ en vervolgens: “Their existence is confirmed by the late 13th. century genealogist Balduinus de Avennis (Boudewijn van Avesnes), which names "alium Walterum Bertolt et fratrem Henricum et alios ac sorores eorum" als de kinderen van Wouter "domino Waltero Bertolt advocato Macliniensi and his wife. The number of daughters is not known”. Het aantal dochters is volgens de Foundation dus niet bekend. Dáár liggen voor de liefhebbers mogelijkheden. Alles goed en wel: ik zoek verder tot ik bewijs heb!
(Bronnen: 1. Familie en Macht: de familie Berthout en de Brabantse adel.(Godfried Croenen), 2003. Uitg.Universitaire Pers Leuven, Leuven. 2. Nativitas, (Hendrik Bate, middeleeuws filosoof, uit Mechelen), beschrijft dat het verdwenen grafschrift van Walter IV de datum 10 april 1243 bevatte. 3. Een ministeriaal was in de Middeleeuwen een persoon van onvrije afkomst aan wie een belangrijke post in bestuur en leger werd toevertrouwd. (wikiperia.org). 4.Hans Vogels (Noord Brabant Genealogy Groups) mail met F.van Son (2011).5. The Foundation for Medieval Genealogy: citaat laat dertiendeeeuwse Balduinus de Avennis, Genealogia, RHGF XIII, p. 562).

dinsdag 24 december 2013

Meedoen aan de oorlog tegen Vlaanderen

De geschiedenis van onze voorouders, de families Bac en Van Broechoven, is voor een deel in nevelen gehuld. Uit de twaalfde tot en met veertiende eeuw zijn over hen helaas weinig geschreven bronnen bewaard gebleven. 
De families muntten zelf ook niet uit in duidelijkheid voor wat de afstamming betreft, al zorgden zij zo nu en dan wel voor toevoegingen achter de naam. Zoals Wouter Bac van Baescot. Dan weten we tenminste over welke Wouter we het hebben. Minder duidelijk wordt het, als blijkt dat diezelfde Bac van Baescot zijn zonen de naam Van Broechoven meegeeft... 
Het is natuurlijk erg aanlokkelijk om elke interessante Bac of Van Broechoven, die in akten wordt vermeld, te beschouwen als een van onze familieleden uit die tijd. Maar dat is al te gemakkelijk. 
Neem bij voorbeeld Johannes van Broechoven, misschien wel de zoon van Wouter Bac van Baescot. Hij nam in 1357 aan de kant van de Hertog van Brabant deel aan de oorlog tussen Brabant en Vlaanderen. 
De hertog en Hertogin van Brabant noemen in 'n charter de voorwaarden waaronder zij Willem van Teghelen, Willem van Millen, Jan van Eijk en Johannes van Brouchoven in hun dienst hebben genomen voor de oorlog tegen Vlaanderen. De drie eerstgenoemden gewapend met een zwaard en elk voorzien van twee paarden, de laatste, Johannes dus, met een kuras (borstharnas met helm) en een paard. Ik zie Johannes rijden op het Vlaamse platteland. Als het de zoon van Wouter Bac van Baescot is geweest, dan liet hij in elk geval een voor mij onbekende vrouw met hun zoon Wouter thuis achter. Of zijn vrouw blij was met het vertrek van manlief, waag ik daarom te betwijfelen.
(Bronnen: Inventaire des Chartes et Cartulaires des Duches de Brabant et de Limbourg, (Alphonse Verkoren), 2e deel, charter nr. 1235.  23-05-1357). en Cijnsregister Tilburg 1340, Johannes filii Wolteri de Broechoven (Chambre des Comptes, nr. 45038 fol. 118v).